Terwijl over zoo goed als de geheele wereld de landsgrenzen een voortdurend groeiende belemmering gingen vormen voor een normale en ongedwongen ontwikkeling van goede economische verhoudingen, bleef Nederland vele jaren achtereen strijden voor den algemeenen en geleidelijken terugkeer tot de toepassing van het systeem van het vrije ruilverkeer en dit niet alleen op grond van economische overwegingen, doch ook omdat tusschen vrijhan del en uitwendige veiligheid een nauw verband bestaat, dat door het karakter van den modernen oorlog belangrijk is verinnigd. In hoeverre de in deze houding tot uiting komende hoop op een verbetering van de onderlinge verhouding der staten als naief zou mogen worden gekwalificeerd en daaruit een gebrek aan werkelijkheidszin zou blijken, blijve hier buiten beschouwing, doch boven twijfel verheven is, dat zoolang ons land o.a. te Genève en te Londen voor het beginsel van den vrijhandel op de bres stond, eik geprononceerd streven naar een economische autarkie achter wege moest blijven. Om niet in den economischen oorlog ten onder te gaan, werd tenslotte ook Nederland gedwongen den hopeloozen strijd op te geven en den weg te volgen, welke naar een grootere economische onafhankelijkheid leidt. In de hiervoren in het kort beschreven door de moederlandsche regeering" gevoerde economische en volkenbondspolitiek ligt een aannemelijke verklaring, waarom het terhand nemen van de vol ledige verzorging van de voorbereiding der staatsmobilisatie zoo langen tijd achterwege is gelaten. Een daadwerkelijke en intensieve werkzaamheid in die richting zou strijdig zijn geweest met de evenvermelde politiek van samenwerking, omdat een algemeene nationale oorlogsvoorbereiding niet wel mogelijk is zonder toepassing van een economische politiek volgens autarkische be ginselen. Nu evenwel ook Nederland tenslotte is omgezwaaid en het algemeene voorbeeld noodgedwongen heeft moeten volgen, mag worden verwacht, dat de aldus gekwalificeerde stiefmoeder lijke behandeling van de staatsmobilisatievoorbereiding een einde heeft genomen. Verschillende publicaties in de pers en eenige regeeringsverklaringen in de Tweede Kamer der Staten Generaal bij monde van den Minister van Defensie wijzen in die richting. Alvorens thans over te gaan tot het maken van eenige opmer kingen over het vraagstuk der organisatie van de staatsmobilisa tievoorbereiding, moge vooraf nog met een enkel woord nader het verband worden belicht, dat wordt geacht te bestaan tusschen dit element van staatszorg, economische autarkie en de volken bondspolitiek. Tijdens de jarenlange ontwapeningsbesprekingen te Genève is het vraagstuk der staatsmobilisatie zeer ernstig bestudeerd en besproken en werd het begrip „oorlogspotentieel" geboren. Bij die 311

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 25