Wat hier voor de zuivere overvluchten is gezegd, geldt ook
voor de schuine vluchten, hoewel in mindere mate, aangezien bij
schuine vluchten de verticale component (ontbondene) van de
vliegrichting óók als factor aanwezig is, al is die dan ook kleiner
dan voor de zuivere overvluchten. Hoe meer de schuine vlucht
nadert tot een parallelvlucht, hoe geringer die verticale component
wordt, om tenslotte nul te worden bij de zuivere parallelvlucht,
waarbij dan ook in verticalen zin geen factor voor den voorhouds-
afstand meer aanwezig is.
Keeren wij terug tot art. 225; het 2e lid van dit artikel zegt:
„Afhankelijk van de elevatie nu is voor de maximum doelsnelhe-
den (200 en 240 km/uur) de grens der benoodigde voorhoudsaf-
standen aangegeven voor elevaties van 30 graden door de binnen-
ellips voor elevaties van 45 graden door de buitenellips voor
elevaties van 90 graden door den cirkelomtrek".
Aangezien dit artikel voor het eerst de grenzen aangeeft voor
de volmaakte richtmethode, had de bedoeling wel wat duidelijker
uitgedrukt kunnen worden, want zooals het er nu staat, vragen
wij ons onmiddellijk af: welke grens wordt hier bedoeld, de
maximum- of de minimumgrensImmers had de volmaakte rich-
methode ten doel om beide grenzen van de elementaire richtme
thode naar elkaar toe te brengen, dus een verschuiving van zoowel
de minimum- als van de maximumgrenzen dier methode. Klaar
blijkelijk worden in dit artikel de maximum-grenzen bedoeld
hetgeen wij moeten afleiden uit het feit, dat in den laatsten regel
voor elevaties van 90 graden de cirkelomtrek als grens wordt
aangegeven (de cirkelomtrek vormt immers altijd een maximum
waarde, omdat er geen grootere grenzen in ons kringvizier aan te
geven zijn). De conclusie daaruit is dan, dat in de betrekkelijke
gevallen het vuur reeds geopend moet zijn voordat de daarin
genoemde grenzen zijn bereikt; maar wannéér is dat?
M.a.w.: waar is dan de minimum-grens (onderste grens) gelegen
voor de genoemde elevaties Art. 226, waarin het moment voor
de vuur-opening wordt aangegeven, verschaft ons op bovenstaan
de vraag evenmin een duidelijk antwoord in lid (2) van genoemd
artikel staat weliswaar, dat het vuur moet worden geopend, zoo
dra de onderste grens van den voorhoudsafstand is bereikt, doch
waar die ergens gelegen is, wordt niet aangegeven. In den geest
van het voorschrift handelend, kunnen wij zeggen: De minimum
grens van den voorhoudsafstand bij genoemde elevaties wordt
bepaald door de plaats van de maximum-grens der naast-lagere
elevatie.
Voor 30 graden elevatie is de minimum-grens dus gelegen bij
de horizontale dradenvoor 45 graden bij de binnenellips voor
90 graden bij de buitenellips, en voor elevaties van minder dan
20 graden is die grens gelegen bij het punt van uitgang in het
richtraam, n.l.: bovenin, onderin, of middenin. Er moet dus bij
320