plaatjes wordt verkregen, dat de schutter even vóórdat de ele- vatiegrenzen worden bereikt, reeds wordt gewaarschuwd door het oplichten van het overeenkomstige lampje; bij het hier in gebruik zijnde proefmodel werd de volgende meest practisch gebleken werking toegepast: kleur van het licht ontstoken bij elevatie van gedoofd bij elevatie van gemiddelde elevatie rood 20 graden 40 graden 30 graden wit 35 55 45 graden blauw 50 80 65 graden Bij de overgangen naar een hoogere elevatie branden er dus telkens twee lampjes, hetgeen den schutter waarschuwt, dat hij tusschen twee elevatiegrenzen in zit; dit is wenschelijk gebleken, daar hierdoor werd verkregen, dat de schutter nu eenigen tijd krijgt om zijn maatregelen te treffen voor het overbrengen van zijn kringkorrel naar die plaats in het kringvizier, welke overeenstemt met de juiste voorhoudsafstanden voor de naast hoogere (naast- lagere) elevatie-groep. De waarden in bovenstaand staatje stemmen niet meer overeen met hetgeen daaromtrent in de toelichtingen van fig. 3 is vermeld de in die toelichtingen genoemde waarden zijn sedert n.l. gewijzigd aan de hand van in de practijk genomen proeven, waarbij de in het staatje vermelde waarden wenschelijker zijn gebleken. Fig 4. geeft een beeld van een inrichting voor het bewegende vliegtuigmodel, van eenigszins anderen vorm dan aangegeven in fig. 13. V.S. Mitr. Het voordeel van de in fig. 4 afgebeelde inrichting is, dat thans de mogelijkheid bestaat het vliegtuigmodel d.m.v. draaien aan het handwiel in tegengestelde richting, weer terug te halen naar de plaats van uitgang, hetgeen bij de inrichting volgens het V.S. Mitr. niet mogelijk is. Ook is het daarbij verstrek te handwiel minder geëigend om aan het vliegtuigmodel aanmer kelijke snelheden te geven (diameter van de haspel is te klein in verhouding met den diameter van het handwiel zelf, waaraan de kruk bevestigd zit). Deze grootere snelheden zijn noodig om de grootere hoeksnelheden na te bootsen, waarmede wij te maken krijgen als vliegtuigen op korten afstand langs gaan. Bovendien is het met deze inrichting nu mogelijk geworden om ook het richten onder grootere elevaties te beoefenen met behoud van den voor geschreven afstand van mitrailleur tot vliegtuig model 10 m, zie art. 248 V.S. Mitr.). De bamboes I en II van fig. 4 geven daartoe bij een hoogte van ongeveer 10 m. de gelegenheid voor het verkrij gen van elevaties van boven de 45 gr. bij parallelvlucht en schuine vlucht. Een dergelijke hoogte was bij de inrichting van het V.S. 330

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 44