zonder dat daardoor steeds de schijfinrichting wordt, meebewogen en ook, om in staat te zijn, de vliegtuigschijf weer terug te trek ken naar het punt van uitgang (hiervoor is de versnellingsbak noodig, vanwege de daarin aanwezige overbrenging voor „ach teruit). Wil men geen ouden automobiel motor gebruiken, doch bever de één of andere z.g. stationnaire motor, zooals die voor allerlei bedrijfsdoeleinden overal verkrijgbaar zijn, dan zou dat ook nog kunnen, mits men het aggregaat dan voorziet van een z.g. keerkoppeling, een inrichting bestaande uit een clutch met vrijloop en uit een z.g. „reverse"-overbrenging, een mechanisme dus voor het geven van een tegengestelde draairichting der gekoppelde as. Dergelijke combinaties worden keerkoppelingen genoemd en wor den b.v. veel gebruikt bij boot-motoren, om de schoefas op ieder gewild moment in tegengestelde richting te kunnen doen draaien. Hierdoor is het mogelijk, om met één handbeweging aan een handle de inrichting voor de schijf in ons geval vrij te doen loopen van den draaienden motor, terwijl een verdere beweging van het handle de schijfinrichting in tegengestelden zin van de motoras doet wentelen. Gebruikt men een keerkoppeling, dan moet deze worden aangebracht op de plaats, waar die in de teekening is aangegeven. Men bereikt hierdoor, dat men den wijzer van den regulateur door regeling van de omwentelingssnelheid van den motor op een bepaalde waarde kan instellen, zonder dat de schijf inrichting meedraait. Men kan dus tevoren den motor instellen op de gewenschte snelheid, waarmede het vliegtuigmodel langs den kabel zal worden getrokken, en daarna pas de koppeling inscha kelen, welke den haspel van den trekkabel der schij finrichting in beweging brengt. De daarbij door den motor te overwinnen weer stand is voor een motor met voldoende capaciteit niet van dien aard, dat daardoor aanmerkelijke variaties in de snelheid zullen optreden; mocht dit toch het geval zijn, dan kan een eventueel optredende variatie onmiddellijk worden onderkend door het ver anderen van den wijzerstand van den regulateur, en kan deze variatie worden gecompenseerd door verstelling van den riem- stand op de beide conische riemschijven. Door deze conische riemschijven zijn op hoogst eenvoudige wijze talrijke versnellingsvariaties mogelijk, n.l. door het verschuiven van den drijfriem op de riemschijven. Dit gebeurt eveneens op eenvoudige wijze door een handle, verbonden aan een schuifbare riemvork, waardoor een zijdelingsche druk tegen den riem naar weerszijden mogelijk is. De regulateur is van het bekende centri- fugaal-principe, waarbij twee gewichten door de rotatie meer of minder ver uit elkaar worden gedreven, waardoor weer een schuif bare mof met kraag hooger of lager om de verticale as van den regulateur komt te staan. Op deze kraag rust de nok van een wijzerarm, welke arm dus de bewegingen van de mof volgt. Op een wijzerplaat kan dan empirisch worden vastgesteld, welke 332

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 46