4. INITIATIEF door S. H. SPOOR, Kapitein der Infanterie. (Slot; Zie I.M.T. 1936, nr. 3). HOOFDSTUK VI. Initiatief en opleiding. Bevelen. In het vorige hoofdstuk hebben wij uiteengezet, welke psycho logische typen zich in het algemeen naar onze opvatting het beste leenen voor de aan de onder-commandanten te stellen eischen betreffende het toonen van initiatief. Echter al is de aanleg voor deze eigenschap aanwezig, volstaan kan men hiermede niet. Ook de drang tot daden van initiatief dient te worden aangekweekt en dientengevolge dient het een element uit te maken van het opleidingssysteem. Opmerkelijk is in dit verband het reeds in hoofdstuk III ver melde optreden van Duitsche onder-commandanten in 1870 vakkundig waren zij niet geheel op de hoogte van hun tijd, doch wat hun moreele opleiding betrof en hieronder behoort zeer zeker het aankweeken van den geest van initiatief gaven zij onophoudelijk te zien, dat de door hen genoten opleiding aan hooge eischen voldeed Hoe noodzakelijk deze opleiding is, waarbij de onder-comman danten reeds op het oefen- en het manoeuvreterrein in dit opzicht ervaring opdoen, teekent de generaal VON LETTOW-VORBECK kernachtig met de volgende woorden, wanneer hij de moeilijkhe den van bevelvoering in het Portugeesch-Afrikaansche gebied in December 1917 bespreekt in zijn reeds eerder genoemde boekwerk „Meine Erinnerungen aus Ostafrika". Hier moest inderdaad zeer veel aan het initiatief van de onder-commandanten worden over gelaten, in verband met de onderlinge krachtsverhoudingen, het doel en den opzet van de geheele actie en de zeer oplossende wer king van het terrein. De vele afzonderlijke, vaak tactisch geschei den, kleine ondernemingen over een uitgestrekt gebied moesten alle toch passen in het groote raam van de beoogde operatie. Dat hieraan uiteraard nog wel eens het een en ander ontbrak, zal 334

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 50