wijzen naar onze voorschriften. Volgens het (verouderde) H.V.G. Ill en V.P. blz. 55 verstaat men onder lichte colonnebruggen bruggen, geschikt voor overgang van alle wapens in marschforma- tie met gevechts- en bagagetrein met uitzondering van motor artillerie en vrachtauto's. Het staat er dus duidelijk: geen motor artillerie dus ook geen gemotoriseerde veldartillerie, die vroeger met paardentractie wel over de z.g. lichte colonnebrug uit H.V.G. III kon passeeren en ook geen vrachtauto's, al zijn het ook maar lichte van 1 a 114 ton (zie indeeling Kap. D.). Is deze begrenzing nu uit tactisch oogpunt te aanvaarden Indien onze legereenheden het onder bepaalde omstandigheden tijdelijk zonder vrachtauto's kunnen stellen, verdient het zeker aanbeveling voor het lichtste type colonnebrug niet op lichte vrachtauto's te rekenen. De belastinggrens kan dan tot 114 a 2 ton worden verlaagd, hetgeen het brug'gewicht en dus weer de snelheid van brugslag ten goede kan komen. Er is nog een tweede overweging om vrachtauto's in het alge meen den toegang tot deze zeer lichte bruggen te ontzeggen. Bij onze legeronderdeelen komen in de gevechts- en bagagetreinen een groot aantal bij mobilisatie te vorderen auto's van 1 a 1% ton laadvermogen voor. De genoemde grens bij 114 ton is o.i. dan ook minder voor de hand liggend, wel eventueel een begrenzing bij 1% of beter nog 2 ton laadvermogen (dit beteekent 3 a 414 ton totaallast) zooals voor de lichte bruggen in de moderne groote legers is gekozen. Bij de huidige ontwikkeling van het particuliere vrachtauto verkeer is echter een merkbare verschuiving van de gewichts klasse der 1 a 2-tonners naar die der 2 a 3-tonners waar te nemen (zie bijlage 1), terwijl de voorspelling niet gewaagd lijkt, dat binnen afzienbaren tijd de auto van 214 ton laadvermogen (414 5 ton totaallast) de normale lichte vrachtauto zal zijn. In de buitenlandsche legers ziet men voorts een neiging om, ter beperking van het hinderlijk groote aantal voertuigen op den marschweg', in de troepentreinen zwaardere transportvoertuigen te gebruiken (zie o.a. I.M.T. 1935 blz. 1265 en R.E.J. Dec. 1935 bladz. 617). Het vastleggen van een belastinggrens voor militaire bruggen bij 114 ton's of zelfs 114 ton's auto s achten wij daarom minder aan te bevelen. Dit zou slechts de verwachting wekken, dat de brug geschikt is voor licht vrachtautoverkeer, terwijl zulks in de practijk spoedig niet meer het geval zou blijken te zijn. Meer rationeel wordt dan ook de volgende indeeling geacht le. lichte colonnebruggen voor alle legeronderdeelen zonder vrachtauto's e.d., dus max. belasting 114 a 2 ton. Deze bruggen kunnen 2-214 m. breed zijn. 2e. middelbare normale) colonnebruggen breed 3 m. voor normaal vrachtautoverkeer tot 214 tons auto's en voor motor- 351

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 67