artillerie, lichte pantserauto's en zeer lichte vechtw'agens,
dus maximum belasting 5 ton.
3e. zware colonnebruggen voor alle verkeer tot 10-ton maximum
vakbelasting, met een breedte van 3 m. of meer.
Voor bij de legeronderdeelen voorkomende lichte motorvoertui
gen als tactische radiostations e.d., welke bestaan uit een licht
personenwagen-chassis, blijft de lichte colonnebrug toegankelijk,
evenals voor alle verkeer met personenauto's, autoletten of z.g.
bakwagens op personenauto-chassis, zooals men in 1914 in Neder
land in zoo ruime mate voor versneld militair vervoer zag toe
passen. Bij een dergelijke indeeling zullen dus bruggen van de
eerste maar vooral van de tweede groep in de in dit opstel be
schouwde gevechtsphase in de behoeften moeten Voorzien.
Aard van het brugmaterieel.
Aan welke eischen behoort dit materieel nu te voldoen
Zooals reeds opgemerkt, moet deze brugslag in enkele uren
en bij voorkeur 's nachts worden uitgevoerd; dit laatste om de
plaats zoo lang mogelijk voor luchtwaarneming geheim te houden.
De vereischte snelheid kan in de eerste plaats worden verkregen
door een zoover mogelijk doorgevoerde voorbereiding van het
materieel en in de tweede plaats door een juiste keuze van het
brugtype. Het zal duidelijk zijn, dat om eerstgenoemde redenen
een brug van voorbereiden bovenbouw op inheemsche vaartuigen
als beschreven door Luit. van Strien in het I.M.T. 1935 nr. 8 niet
aan de gestelde eischen kan voldoen. Evenmin achten wij hiervoor
het type jukbrug geschikt, dat door Kap. D. is beschreven in
I.M.T. 1935 nr. 10. Hoe geslaagd dit laatste brugtype in haar soort
ook moet worden genoemd, hoe bruikbaar ongetwijfeld in alle
mogelijke andere omstandigheden, x) wanneer een brugslag van
50 m lengte zelfs onder de gunstigste omstandigheden nog 20
uren vordert, is het type brug niet geschikt voor de kritieke phase
bij een gewelddadigen overgang van een rivier van aanzienlijke
breedte, ook al zou de diepte geen bezwaar opleveren. Wel kan
deze brug een uitstekende oplossing vormen voor den brugslag in
de derde phase, wanneer het snelle materieel wordt vervangen
door een brugconstructie van meer blijvenden aard. Het is trou
wens een algemeen erkend feit, dat men voor snellen brugslag
geen bruggen op jukken kiest, welke ter plaatse moeten worden
geheid en dus niet te voren ten deele kunnen worden voorbereid.
Kan men geen drijvende steunpunten toepassen, dan neemt men
schragen, die men naast drijflichamen (pontons) in alle legers
steeds bij het voorbereid materieel aantreft. Het in 1934 verschenen
352
1) Deze andere omstandigheden zullen zich voor ons wellicht méér voor
doen dan het thans besproken geval.