echter steeds op gewezen, dat het succes van een gewelddadigen rivierovergang o.i. overwegend wordt beinvloed door de mogelijk heid van snelle uitvoering van een zoo zware colonnebrug, dat de hoofdmacht in korten tijd van oever kan verwisselen om tijdig den aanval op den vijandelijken oever te kunnen voortzetten, voordat de vijandelijke tegenaanval wordt ingezet. Dat deze brugslag in een toekomstigen oorlog door de actie van het luchtwapen, door voering van z.g. ,,voll-motorisierte Überschiffung" (M.W.M. April 1935 blz. 305), gebruik van z.g. „tankcrossings" (R. E. J. Sept. 1935 blz. 419) of van z.g. „Schwimmkampfwagen" uit de beslis sende gevechtsphase zal verdwijnen, achten wij niet waarschijnlijk. Een geheel voorbereide brug voor middelbare lasten, waarmee dus practisch alle in de divisie voorkomende eenheden kunnen worden overgevoerd, bezitten wij momenteel nog niet. Uit het ma terieel der pontonveren kan echter wellicht een zoodanige brug tot stand worden gebracht. Foto's nr. 7 t/m 9 geven een beeld van dit pontonmaterieel. Voor de metalen ponton werd destijds een drie-deelige uitvoering geko zen, vermoedelijk om naast bevordering van de hanteerbaarheid vervoer op een normalen te vorderen vrachtauto mogelijk te ma ken, waardoor een speciaal geconstrueerd transportvoertuig over bodig werd. De snelheid van op- en afladen is zulks echter niet ten goede gekomen, terwijl door de tusschenwanden het gewicht van de ponton als geheel is toegenomen. Ook levert het in verti- kalen stand vervoeren van de pontondeelen ernstige bezwaren op, indien bruggen met bovenwindverband moeten worden gepas seerd. De vlotten kunnen uit twee of drie pontons worden samen gesteld en hebben dan 4% en 6V2 ton draagvermogen bij 30 cm boordhoogte. Bij elk vlot behoort een dubbele aanlegsteiger, welke bestaat uit een klep, die op het vlot wordt neergelaten. De steiger kan zoo noodig bij flauw afloopenden oever met behulp van een dragende schraag worden verlengd. Het landtransport van een groot vlotveer kan geschieden op 9 vrachtauto's van 2 a 2V2 ton. Een veer kan in enkele uren bedrijfsklaar zijn van grooten in vloed echter is de bouw van de steigers, vooral die op den vijan delijken oever. De voortbeweging te water geschiedt het best bij zwakken stroom door gebruik te maken van een reep, bij sterken stroom door overgieren langs een kabel. Is de rivier zeer breed of liggen de steigers niet tegenover elkaar, dan zal men moeten roeien of boomen, dan wel van buitenboordmotoren gebruik moe ten maken. Zooals reeds een vorige maal werd uiteengezet, is de vooroor- logsche ponton van het z.g. eenheidsmaterieel der Europeesche legers, welke zoowel dienst kon doen als overzetmiddel voor de eerste troepen als voor steunpunt in de drijvende lichte en zwaar dere brug, eenigszins verdrongen door twee oorzaken t.w. 357

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 73