378
8. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN.
Gastactiek.
La Revue d'Infanterie, Dec. 1935. L'Infanterie et la Guerre Aéro-chimique.
Het standpunt, ingenomen door den kolonel Mario Pecchio in de Revue
d'Infanterie italienne van Juni 1935: „une infanterie bien dressée ne doit pas
se laisser détourner de sa mission par une agression aéro-chimique", wordt
in bovengenoemd tijdschrift door den Lt. kol. Tarrade nader uitgewerkt.
Voornamelijk het in een verdedigingssysteem vergassen van bepaalde
terreindeelen, kan voor de aanvallende infanterie ernstige moeilijkheden
opleveren. In dit geval zal de infanterie om de besmette zonen te vermijden,
verplicht zijn na zijwaartsche verplaatsingen den opmarsch voort te zetten
door terreinen, waarop te voren artillerievuur van den verdediger is voor
bereid, tenzij de volgende door kolonel Pecchio aangegeven maatregelen wor
den toegepast.
a) Door ontsmetting, te verrichten door speciaal daarvoor uitgeruste pa
trouilles, doorgangen maken in de besmette zóne.
a) Gebruik maken van een speciale uitrusting Voor de infanterie om snel
besmette terreinstrooken te doorschrijden, zonder zich te laten ophouden
door „l'obstacle chimique".
Voorts is het van belang dat van kunstmatige nevels wordt gebruik ge
maakt, om de doorgangsplaatsen in de besmette zóne voor den vijand ver
borgen te houden, dat de infanterist weet, dat door den vijand normaal van
de chemische strijdmiddelen gebruik zal worden gemaakt zoodat zij daardoor
dus niet verrast wordt en dat de troepen gewend zijn gedurende langen
tijd achtereen het gasmasker te dragen. De wijze waarop de oefening van
den troep zal kunnen geschieden wordt vervolgens in het kort door S. aange
geven.
Andere moeilijkheden doen zich voor, indien geageerd moet worden in
boschterreinen, aangezien de oorlogsgassen daarin langen tijd zullen blijven
hangen. Zal men in dat geval de aangegeven marschrichting moeten volgen,
of daarvan moeten afwijken Voor kleine boschperceelen moet volgens
S. het antwoord luiden de boschperceelen vermijden. Voor uitgestrekte en
dichte boschterreinen geeft S. den raad de beweging zonder oponthoud voort
te zetten, wijl de dichtheid van den plantengroei een belangrijke bescher
ming vormt tegen vergassing door middel van vliegtuigen. In uitgestrekte
en dun beplante bosschen zal men eerst moeten nagaan welke strooken be
smet zijn, om daarna voor de doorschrijding ontsmette doorgangen te maken.
Indien de vijand door vliegtuigen of artillerieprojectielen terreindeelen
achter de voorste troepen van den tegenstander doet bsmettten met het
oogmerk den opmarsch van reserves te verhinderen, zal voor de verplaatsing
van de reserves moeten worden gebruik gemaakt van voertuigen.
S. eindigt het artikel met het uitspreken van de volgende conclusie „II
est de toute nécessité que l'infanterie possède des moyens de défense appro-
priés et soit rompue a leur emploi. Des exercices fréquents s'imposent dans les
garnisons et dans les camps."
De Militaire Spectator. Jan. 1936. Oorlog van morgen, door kapt. M. R.
H. Calmeyer.
In de bovengenoemde artikelenreeks behandelt S. „de Chemische oorlog
voering." Wij ontleenen hieraan het volgende In art. 171 van het Verdrag
van Versailles werd de vervaardiging en de invoer van vergiftige, verstik
kende of soortgelijke chemicaliën in Duitschland verboden. Voorts was een
verbod tot gebruik van chemische strijdmiddelen opgenomen in het op 17
Juni 1925 te Genève gesloten „Protocol nopens den chemischen en bacterio-
logischen oorlog" dat in 1928 in werking trad en dat door 38 mogendheden
uitgezonderd echter De Vereenigde Staten van Amerika en Japan onder-