379 teekend werd. Bij de onderteekening van het protocol werd echter door 17 staten het voorbehoud gemaakt, dat zij zich van hun verbintenis ontheven zullen achten wanneer de tegenpartij het verbod overtreedt. Het feit dat een dergelijke overtreding zich gemakkelijk laat vaststellen of construeeren door een belligerent, die daarin op een bepaald tijdstip voor deel ziet, daar ook gewone explosief projectielen min of meer schadelijke gassen ontwikkelen, neemt veel weg aan de waarde van de verbintenis, blijkende o.m. uit voorbereidingen welke door alle staten worden genomen ter bescherming tegen strijdgassen en die welke worden getroffen met het oog op het geval dat men zich genoopt zou voelen zelf zij het als repre saille het chemische wapen te gebruiken. S. stelt vervolgens de vraag: Is het chemische wapen in staat het aan gezicht van den oorlog te veranderen en beantwoordt deze voor wat be treft den strijd tusschen de legers, ontkennend. Dit antwoord is gegrond op de volgende overwegingen. Ten eerste alle modern uitgeruste legers bezitten thans voortreffelijke gasmaskers, waarvan de vulling zoodanig is, dat zij niet tegen een beperkt aantal gassen bescherming verleent, doch tegen strijdgassen in het algemeen. Ten tweede de strijdgassen zijn zeer afhankelijk van het weer, zoodat een belligerent nimmer te voren zal weten of hij van dit wapen gebruik zal kunnen maken. Hieruit volgt, dat het te velde me devoeren van gasprojectielen voor geschut niet economisch is, uit dien hoofde valt met het gebruik van deze projectielen eerst te rekenen zoodra de oorlog een min of meer stabiel karakter zal aannemen. Afzonderlijk noemt S. het versperren van bepaalde terreinstrooken door mosterdgas, een gebruik dat reeds bij den aanvang van een conflict kan wor den gemaakt, bijv. in samenwerking van vernielingen en permanente grens- versperringen. Tot slot wijst S. op het gebruik van chemicaliën als hulpmiddel van het luchtwapen bij het voeren van den onbeperkten luchtoorlog en toont aan dat niet de chemische-, doch brand- en scherfbommen gebeurlijk de meest te duchten terrorisatiemiddelen zullen zijn, alsmede dat de strijdgassen het wapen vormen, waartegen met andere strijdmiddelen, het best bescherming kan worden verkregen. Dit mag aldus S. er echter niet toe leiden in het andere uiterste te vervallen, het chemische wapen te onderschatten en de beschermingsmaatregelen achterwege te laten „Tegen den roekelooze die de oogen gesloten houdt voor de realiteit, vormt het chemische wapen een verschrikkelijk verdelgingsmiddel". Mavors, Febr. Tactische maatregelen ten behoeve van de gasbescherming door S. Schilderman. S. bespreekt in het kort het onlangs verschenen Engelsche voorschrift „Tactical notes on defence against gas". Wij ontleenen hieraan het volgende omtrent het tactisch gebruik van gas door een tegenstander. Tijdens de concentratie en den opmarsch zijn gasaanvallen uit vliegtuigen te verwachten; lichte troepen in front en op de flanken alsmede de voor hoeden zullen op besmettingen van defile's, van hindernissen en van vernielin gen kunnen stuiten. Met het oog op de bescherming tegen gas-sproeien door vliegtuigen uit groote hoogte zal in de concentratiegebieden zooveel mogelijk moeten worden gekantonneerd, indien bivaks moeten worden betrokken zullen hiervoor zooveel mogelijk bosschen worden gekozen. Gedurende de periode van „eerste aanraking met den vijand" wordt de waarschijnlijkheid grooter dat de vijand zich bij het gebruik van gas ook van andere middelen dan luchtstrijdkrachten zal bedienen. Door gebrek aan juiste gegevens en moeilijkheden aan den aanvoer verbonden zal de toepassing echter beperkt blijven. Tijdens een georganiseerden vijandelijken aanval zal het gebruik van gas waarschijnlijk beperkt blijven tot de voorbereidende en beginphasen van den vijandelijken aanval daar anders de bewegingen van de aanvallende troepen zullen worden gehinderd. In deze periode zal het binnen het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 99