„regarde ce visage impassible qu'eüt taillé dans un marbre antique
„un statuaire de génie, ces yeux d'un bleu d'acier, cette bouche vo
lontaire et puissante, ce front large oü passent des vols de pensées,
Lui
„Et Lui, dans la tempête d'orgueil qui se dechaine sous son crane,
„alors que revêtu déja des habits impériaux, couronne en tête et
„sceptre en main, il va se mettre en marche vers le pape qui l'attend,
„Lui, se tournants vers son frère, simplement
„Joseph, si notre père nous voyait
N. De strijd, tegen de 3e Coalitie (Ulm, 20 Oct. 1805, Austerlitz,
2 Dec. 1805).
Na den moord op Czaar PAUL (23 Maart 1801) had zijn twin
tigjarige zoon ALEXANDER den Russischen troon bestegen.
ALEXANDER was een man met een gecompliceerd karakter,
half goed en half zeer slecht, en beheerscht door mystieke in
vloeden. Wat hij gisteren aanbad, verachtte hij heden en ado
reerde hij morgen weder. En het merkwaardige van deze karakter
uitingen was wel hare regelmatige afwisseling in periodes van 5
jarenin 1801 NAPOLÉON's verbitterdsten vijand, werd
ALEXANDER in 1806 zijn boezemvriend, om in 1811 weer zoo
danig overstag te gaan, dat hij zich zelfs niet verwaardigde om
op NAPOLÉON's herhaalde verzoeken om vrede te antwoorden.
De jonge czaar wilde in Europa een leidende rol spelen, en
de door Frankrijk onderdrukte landen bevrijden, welk nobel stre
ven Europa kwam te staan op een bloedigen, tien jaren durenden
oorlog (1805 1815). In Engeland, waar hij het eerst besprekin
gen liet voeren, was men dadelijk bereid om het plan: Frankrijk
terug te brengen tot zijn vroegere grenzen, te ondersteunen. Den
11 April 1805 kwam het tusschen beide landen tot een Verdrag
van St. Petersburg, waarmede de derde Coalitie was geschapen.
Het opvallendste uit dit verdrag was wel, dat de contractanten
den oorlog verklaarden aan NAPOLÉON, en niet aan Frankrijk.
Overigens was het verdrag een vrij loos gebaar, omdat Engeland
wel een vloot bezat, waarmede het Frankrijk reeds bestreed, doch
geen leger van eenige beteekenis terwijl Rusland zoo ver ver
wijderd was van het Fransche keizerrijk, dat van een daadwer
kelijken strijd tusschen de krijgsmachten voorshand geen sprake
kon zijn.
Nadat het verdrag echter was gesloten, werd Oostenrijk uitge-
noodigd om toe te tredenop welk voorstel keizer FRANZ echter
niet gretig inging, omdat hij van meening was ten onrechte buiten
de besprekingen te zijn gehouden, terwijl toch de beslechting van
den strijd voor het grootste deel op zijn land zou komen te druk
ken. Het was dan ook wel een heel zonderlinge coalitie van twee
Rijken, die geen van beide in staat waren om den strijd tegen
NAPOLÉON (het doel van hun verbond) te voeren, en die daarna
het eenige land, dat behalve Frankrijk over een sterk leger be-
295