489
Geneeskundige Dienst.
Archives Médicales Beiges, Janvier 1936, Nr. 1.
In het Januarinummer van dit tijdschrift geeft professor Victor Cheval
een beknopt overzicht van de „Note sur la pathologie spéciale de l'aviateur"
samengesteld door den onlangs tot voorzitter van het Comité van Experts
bij de Internationale Commissie voor Luchtvaart benoemden Majoor-dokter
Sillevaerts.
Het zou te ver voeren deze lezenswaardige verhandeling, waarin zeer
belangrijk materiaal is samengebracht, in haar geheel te behandelen, maar
toch is het nuttig enkele der besproken onderwerpen hier nader te belichten.
S. heeft zijn stof in zeven hoofdstukken verdeeld. In het eerste hoofdstuk
worden de gevaren beschreven van het snel stijgen tot groote hoogten
(moderne vliegtuigen kunnen zich in 20 minuten tot 7000 m verheffen), de
daarmee gepaard gaande snelle, progressieve luchtdrukdaling en zuurstof
verdunning, en den invloed der koude in de hoogere luchtlagen. Het tweede
hoofdstuk behandelt de nadeelige gevolgen van het verblijf op groote hoogten
(lage barometerstand, zuurstofgebrek, koude). Zuurstofinhalatie op hoogten
boven 4500 m en electrische verwarming worden als behandelings- respectie
velijk voorbehoedmiddelen aangegeven.
De nadeelige invloed der recompressie door snelle daling vormt het onder
werp van het derde hoofdstuk. De meeste der bezwaren verbonden aan
snelle dalingen doen zich ook voor bij plotselinge en snelle manoeuvres,
waarbij zware eischen aan het organisme worden gesteld met betrekking tot
de wet der traagheid. Vermelding verdient in dit verband het feit, dat S.
zelf een tiental duikvluchten heeft doorstaan met een gemiddelde snelheid
van 400 km per uur en zelfs eenmaal bij een caissonproef een dalingssnelheid
van 675 km per uur bereikt heeft zonder noemenswaardige onaangename
sensaties te bespeuren. De luchtziekte als homologon der zeeziekte, veroor
zaakt door de bruuske op- en neergaande bewegingen tengevolge van het
vliegen door remous, wordt in het vierde hoofdstuk besproken. Als begun
stigende factoren voor het ontstaan der luchtziekte worden verder geme
moreerd de cabine-atmosfeer, gebrekkige ventilatie en ondoelmatige verwar
ming, het geronk der motoren, draaierigheid verwekkende gezichtsindrukken
en ten slotte niet het minst de individueele gevoeligheid. In het vijfde
hoofdstuk wordt een beschouwing gewijd aan de zoogenaamde aviateurs-
ziekte „mal des aviateurs", een benaming in 1911 door Cruchet en Molinier
ingevoerd om het complex van verschijnselen aan te geven, dat waargenomen
wordt bij vele piloten na snelle dalingen, naderhand echter meer en meer
in gebruik gekomen om de in de Fransche literatuur „asthénie des aviateurs"
genaamde echte beroepsziekte aan te duiden, die op den duur veroorzaakt
wordt door overmatige vermoeienissen, te langdurig verblijf op groote
hoogte, overdreven acrobatische verrichtingen in de lucht en de psychische
emoties aan het gevaarlijke beroep verbonden.
Het volgende hoofdstuk behandelt de gevaren verbonden aan de physio-
logische grenzen ver overschrijdende acceleraties, die met de moderne
vliegtuigen zijn te bereiken. Sillevaerts meent dat we momenteel met onze
snelheden tot 700 km per uur echter de uiterste limiet bereikt hebben, die
het menschelijk lichaam kan verdragen. De uitwerking op het organisme
is uit den aard der zaak anders bij rechtlijnige beweging, dan bij richtings
verandering. Om een indruk te geven van de enorme eischen die aan het
lichaam van den aviateur (in het bijzonder van den jachtvlieger) worden
gesteld, wijst hij op berekeningen van d'Atcherby, later door Beine bevestigd,
die hebben aangetoond dat de druk van een piloot met een lichaamsgewicht
van 70 kg bij een snelheid van 575 km per uur in een bocht met een straal
van 200 m, uitgeoefend op zijn zetel, 898 kg of ongeveer 13 maal zijn eigen
gewicht bedraagt. Eenzelfde grof mechanisch geweld werkt in op de hersenen
in de schedelholte, op den inhoud van borst- en buikholte en de bloedvloei-