490 stof in het vaatstelsel. Bloedovervulling met eventueele vaatverscheuringen aan de eene en bloedleegte aan de andere zijde zijn daarvan het gevolg. Ten Doesschate en Zade hebben in de na-oorlogsperiode herhaaldelijk bij vliegers scotomen (blinde vlekken in het gezichtsveld) waargenomen, die oorspron kelijk aan beschadigende invloeden van het licht op groote hoogte werden toegeschreven, echter veel waarschijnlijker berusten op onvoldoende door bloeding van bepaalde netvliespartijen bij het snel maken van bochten. Ter voorkoming van ongelukken heeft men daarom in Italië, het land der recordsnelheden (714 km p.u. bepaald dat de bocht in verhouding tot de snelheid zoo groot genomen moet worden, dat de centrifugale coëfficiënt het getal 7 niet overschrijdt. Ten slotte geeft de auteur nog een beschouwing over de snelle slijtage, waaraan de vliegenier blootstaat door de zeer hooge eischen, die aan zijn physieke vermogens worden gesteld. Het personeel der civiele luchtvaartmaatschappijen kan echter naar verhouding veel langer mee dan de militaire vlieger, omdat het vliegen op groote hoogte, enorme snelheden en acrobatische manoeuvres bij de militaire aviatiek cardinale factoren voor de eerste groep verboden zijn. Die Medizinische Welt, 19 October 1935, Nr. 42. Met de invoering van de algemeene dienstplicht is de medische verzorging van het leger in Duitschland weer bijzonder actueel geworden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een reeks belangwekkende militair-medische artikelen van de hand van eersterangs deskundigen in een zuiver klinisch-medisch week blad als „die Medizinische Welt", blijkbaar met de bedoeling om langs dezen weg de groote massa der burgerartsen, die straks in grooten getale als reserve-officier van gezondheid onder de wapenen zullen komen, nu reeds theoretisch voor te bereiden op de hun wachtende veelzijdige taak in het leger. De artikelenreeks wordt geopend met een opstel over de geschiedenis van den Duitschen militair-geneeskundigen dienst door Prof. Dr. W. Hamerling. In kort bestek ontwerpt S. hierin een beeld van de wording van den genees kundigen dienst in het Duitsche leger, beginnend met de veldscheerders van 300 jaar geleden en eindigend met de gedenking van de wederopening der militair-medische academie in 1935 in het oude Kaiser-Wilhelms-Instituut, dat 20 jaar lang aan zijn oorspronkelijke bestemming onttrokken, gediend had als zetel van het ministerie van arbeid. Het tweede artikel van de hand van den officier van gezondheid le kl. bij het ministerie van oorlog, Dr. W. Schmidt, geeft een beknopte samen vatting van de taak van den (reserve) officier van gezondheid en de wijze waarop in Duitschland in hun opleiding wordt voorzien. Wat vooral treft, is de groote zorg waarmee de militair-medische vorming der reserve-offi cieren van gezondheid geschiedt. Dan volgen een paar zeer lezenswaardige verhandelingen over de taak van den troepenarts bij den naderingsmarsch en op het gevechtsveld, de oprichting van hulpverbandplaatsafdeelingen en de wijze van hulpverleening aldaar, de inrichting eener hoofdverbandplaats en hare werkwijze, het zieken en gewonden transport in het achterland, etc. Een opstel over den gasmedischen dienst door Dr. O. Muntsch behandelt het transportvraagstuk en de ontsmetting van gaszieken, terwijl in een vol gend artikel, dat de moeilijkheden van het gewondentransport in berggebied schildert, eenige interessante foto's zijn opgenomen die de transportmiddelen in beeld brengen, waarmee men zich probeert te behelpen. Meer merkwaardig dan doelmatig lijkt de op een der foto's afgebeelde rolbaar volgens Isler, waarop de gewonde, ongeveer als op een kruiwagen met het hoofd lager dan de beenen wordt vervoerd. Ziet men op de foto daarnaast echter de zeer practische wijze waarop het samengeklapte, weinig omvangrijke toestel door één man op den rug kan worden meegedragen, terwijl hij beide handen vrij houdt, dan moet men toegeven, dat er misschien toch wel toekomst in zit. o

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 102