slaan, althans tijdschriften, welke zich niet uitsluitend op technisch gebied bewegen, telkens vinden we artikelen als: „The interceptor fallacy again", e.d. (interceptors zijn jagers welke speciaal bestemd zijn voor het onderscheppen van een bomaanval)Uit vrijwel alle luchtverdedigingsoefeningen blijkt telkens weer de onmogelijkheid om een bomaanval te voorkomen, hoe goed het object ook verde digd en bewaakt wordt. Meestal zijn de jachtvliegtuigen te laat, en indien ze al op tijd zijn, wordt dikwijls de vijand niet ontdekt, of pas ontdekt als het te laat is. Als dit bij een goed georganiseerde verdediging, zooals die van Londen, waar over zeer veel middelen beschikt wordt, reeds het geval is, hoeveel te meer spreekt dit dan niet voor ons, waar wij, door de geografische gesteldheid van Indië, nooit in staat zullen zijn, een aaneengesloten keten van luchtwachten op voldoenden afstand van het te verdedigen object te organiseeren. Het resultaat is dan ook, dat de jagers bijna altijd te laat zijn. Daarom wordt dan ook telkens weer het instellen van een z.g. „permanence" overwogen, een systeem dus, waarbij doorloopend een of meer patrouilles jagers in de lucht zijn. Maar het spreekt van zelf dat daarvoor een zoo groot aantal vliegtuigen noodig is, dat hier niet aan valt te denken. De jager heeft daarvoor een veel te korte vliegduur. Bovendien blijft steeds de vrij groote kans bestaan, dat de vijand niet ontdekt wordt door de in de lucht zijnde vliegtuigen. En is nu juist het 2-motorige vliegtuig met zijn langen vliegduur niet het aangewezen toestel voor het instellen van zoo'n perma nence Met zijn veel sterkere bemanning heeft het bovendien veel meer kans den vijand in de lucht te ontdekken dan de jagers. Ook is het vliegen hierin veel minder vermoeiend op den langen duur. Uitgaande van dezen gedachtengang zal nu onder de oogen moe ten worden gezien, of dit vliegtuigtype technisch geschikt is voor genoemde taak. Het zal in de eerste plaats een vliegtuig moeten zijn met een zoo groot mogelijke vliegsnelheid. Deze snelheid zal grooter moeten zijn dan die van de aanvallende bomvliegtuigen. Indien de aanvaller van deklandingsvliegtuigen gebruik maakt, of van vliegbooten is dit zeer goed mogelijk. Voor uit een landbasis ageerende vliegtuigen is het moeilijker, maar daarvoor is dan ook de bombardeervloot, om die landbasis direct en doorloopend aan te vallen, zoodat het monteeren van vliegtuigen aldaar vrijwel onmogelijk zal zijn. We hebben gezien, dat de jagers bij de tegenwoordige vliegsnel- heden vrijwel aangewezen zijn op den aanval ongeveer recht van achter. Maar daarvoor hebben we geen jagers noodig. De door ons voorgestelde 2-motorige vliegtuigen zullen zoowel van achter als van terzijde kunnen aanvallen. Het is hiervoor naar onze mee ning voldoende, indien deze vliegtuigen voorzien worden van een 407

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 13