5. Als boven. De soldaat, enz. heeft zich gedurende zijn proeftijd (ing. 3 Januari '35) doen kennen als een „goeie lobbes" waar geen kwaad bij zat, maar hij mist ten eenenmale elke militaire eigenschap. Hij zal weliswaar geen moeite of last veroorzaken, maar aan den anderen kant kan ook niet verwacht worden dat men hem ooit op een echt soldaat zal kunnen doen gelijken. Juist omdat het zoo'n „goeie jongen" is, werd er extra veel moeite aan hem besteed en werd hij ondanks het feit, dat er na de klasse waartoe hij behoorde, nog twee andere klassen wer den uitgezonden, waarmede hij niet kon vertrekken, niet voor gedragen voor ontslag, maar werd steeds doorgegaan met de po gingen om iets van hem te maken. Nu na 4% maand nog niets bereikt is, lijkt mij verdere aanhou ding niet verantwoord. Typologisch werd hij geclassificeerd als „Apaath" (56). Nijmegen, enz. Hetzelfde geschiedt met hen, die tusschentijds op één der punten van de gewone beoordeeling een zóódanigen achterstand vertoo- nen, dat verder meeloopen tot het tijdstip waarop de eindbeoor- deeling van zijn klasse plaats zou hebben, als overbodige moeite moet worden beschouwd. Ter toelichting volgen hiervan enkele voorbeelden. 1. Als boven. De kanonnier 2e klasse, enz. is een oogendienaar, die uiterlijk blaakt van dienstijver, doch inwendig het rechte gevoel voor discipline mist. Verder kwa men bij hem onaangename karaktereigenschappen naar voren o.a. zijn herhaalde pogingen een goed figuur te slaan ten koste van zijn kameraden, het zich bemoeien met dingen die hem in geen enkel opzicht aangaan en andere kleine onaangename trekken. Nijmegen, enz. 2. Als boven. De soldaat, enz. is een stille en in zichzelf gekeerde jongen, die het ver mogen mist, zich bij anderen aan te sluiten. Met drie achtereen volgende klassen werd het geprobeerd, doch hij bleef steeds als een vereenzaamde te midden van zijn klassengenooten. 419

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 25