de eerste beoordeeling een „7" voor algemeenen indruk gaf. Dit
oordeel heeft zich echter, zooals uit bijgevoegde kaarten blijkt,
meer en meer gewijzigd in ongunstigen zin.
Dit gevoegd bij de bovenaangehaalde aanteekening van den
Commandant der Koloniale Reserve en de waarnemingen bij het
Suppletie-detachement, maakt uitzending tot een niet te verant
woorden risico.
Nijmegen, enz.
Het spreekt wel van zelf, dat ieder candidaat vrij vlug begrijpt,
hoe scherp hij wordt geobserveerd en alles op alles zal zetten om
zijn minder gunstige eigenschappen te verbergen, teneinde voor
een vaste verbintenis in aanmerking te komen. Een voorbeeld van
iemand die daar gedurende maanden achtereen in slaagde en ten
slotte toch door den mand viel, volgt hieronder.
Als boven.
De cavalerist, enz.
behoorde gedurende zijn geheelen observatietijd bij de
Koloniale Reserve, tot de z.g. „moeilijke gevallen".
Uiterlijk deed hij steeds goed zijn best zoodat hem nooit een
aanmerking gemaakt kon worden. Toch werd hij noch door zijn
klassecommandant, noch door het hoogere personeel vertrouwd.
Tweemaal bleef hij achter terwijl zijn klas naar Indië ging. Ook
de nieuwe klassecommandanten vertrouwden hem niet zonder
evenwel eenig daadwerkelijk feit naar voren te kunnen brengen.
Tenslotte werd tot zijn uitzending besloten en kwam hij voor
de eindkeuring. Eenige dagen daarna, toen het reeds als
absoluut zeker achtte, dat hij naar Indië zou worden uitgezonden,
liet hij zich op een avond, onder invloed van sterken drank zijnde,
op een buitengewoon ongunstige wijze over den militairen dienst
in het algemeen en de Koloniale Reserve in het bijzonder uit. Hij
zeide o.a. dat hij lak aan eiken meerdere had, Minister
incluis.
Hoewel deze woorden min of meer in een staat van dronken
schap geuit werden, typeeren zij toch duidelijk genoeg 's mans
gedachtenwereld en mentaliteit en wordt hij deswege ongeschikt
geacht voor het Kon. Ned. Ind. Leger.
Nijmegen, enz.
Het spreekt wel vanzelf, dat hoezeer ook getracht wordt, de
opvattingen der verschillende klassecommandanten betreffende de
te stellen eischen zooveel mogelijk aan een standaard-beoordeeling
te doen beantwoorden, het persoonlijk karakter van den klasse
commandant toch altijd nog een rol blijft spelen in de waardeering
der karaktereigenschappen. De eene klassecommandant zal b.v.
424