noodzakelijk, dat het gasmasker wordt verwijderd en vervangen
door de slecht afsluitende kap van het zuurstofapparaat.
Onder deze omstandigheden kan zuurstofinhalatie dus aanleiding
geven tot het gelijktijdig inademen van de zich op het terrein en
in de kleeren bevindende chemicaliën. Bovendien zal er in voorste
lijn zelden gelegenheid zijn de rustige omgeving te vinden, welke
noodig is voor het gedurende eenigen tijd toedienen van zuurstof.
Het personeel van de verband- en transportploegen heeft h.t.l.
uitsluitend tot taak de patiënten te vrijwaren tegen het inademen
van gassen en dampen.
Zij letten zorgvuldig op lekken in een der onderdeelen van het
gasmasker en repareeren deze met hun ten dienste staande pri
mitieve middelen. Is herstelling van het gasmasker niet mogelijk,
dan kan een noodmasker met slangtuit, een neusklem en uitade
mingsventiel op den mond worden geplaatst (Afbeeldingen 1 en
2, plaat I) en de randen van de aansluitplaat met kleefpleisters
worden dichtgeplakt, terwijl de oogen kunnen worden beschermd
door een vochtige of in neutraliseerende vloeistof gedrenkte doek.
Na deze voorzorgsmaatregelen worden de patiënten zoo spoedig
mogelijk en liggend vervoerd naar de meest nabij gelegen genees
kundige formatie.
Aan de genoemde bezwaren van het toedienen van zuurstof
in een gasatmospheer is eenigszins tegemoet gekomen door een
door de firma Draeger ontworpen apparaat, dat in afbeelding 3
plaat I is afgebeeld. Dit toestel bestaat uit een kleinen zuurstof-
cylinder met afsluitkraan, een zuurstofdoseeringsventiel, een gor
del, een slang en een van rubber vervaardigde kap met tuit en
bus (afbeeldingen 3 en 4, plaat I).
Beproeving van dit apparaat in de gaskamer heeft echter aange
toond, dat het geen volkomen gasdichte afsluiting waarborgt, ter
wijl de rubber en de oogglazen niet bestand zijn tegen tropische
invloeden. Een ander nadeel van het toestel is, dat het niet kan
worden gebruikt bij personen met hoofdverwondingen. Dit is wel
het geval, indien men den zuurstofcylinder verbindt met het reeds
besproken noodmasker. Hiertoe wordt boven het uitademings
ventiel een zijbuisje aangebracht, hetwelk kan worden aangesloten
op de slang van den zuurstofcylinder. Deze laatste wordt met
een klem aan de draagbaar bevestigd. Proeven in de gaskamer
hebben uitgemaakt dat de als gaszieke dienstdoende proefper
soon, geen gas inademt (afb. 5 en 6 Plaat I).
Zooals wij hebben gezien is het toedienen van zuurstof in een
met gas bezwangerde atmospheer wel mogelijk, echter wegen de
voordeelen niet op tegen het nadeel van een meerdere belasting
van het hospitaalpersoneel. Dit is waarschijnlijk mede de oorzaak,
dat men in de meeste landen van zuurstofbehandeling in de
voorste lijn heeft afgezien.
444