gebukte houding met half doorgezakte knieën over boord gehan
gen te hebben, in den vollen schroefwind, men niet veel meer
waard is. En toch is dit bij 1-motorige vliegtuigen als regel noodig.
Naar onze meening moeten dan ook verkenningsopdrachten, en
vooral tactische verkenningen, niet langer dan 1% uur duren. Na
dien tijd levert men toch nog slechts half werk. Het was vroeger
geen uitzondering, dat men 3 a 4 uur in de lucht moest blijven.
Gelukkig geeft het A.T.V. I thans een veel korteren tijd aan, n.l.
twee uur.
Uit het voorgaande volgt dat in het stadium van den oorlog,
waarbij samenwerking met de grondtroepen noodig-is, het 2-moto-
rige vliegtuig in het voordeel is. Het spreekt echter van zelf, dat,
indien de taak van de luchtstrijdkrachten uitsluitend waarneming
is, men daarvoor alleen niet de kostbare meermotorige vliegtuigen
zal aanschaffen. Indien men echter met een beperkt aantal vlieg
tuigen moet volstaan, en men als taak voor de luchtstrijdkrachten
ook het bommenwerpen opgenomen wil zien, waarvoor, zooals
reeds werd aangegeven, alleen de meermotorige vliegtuigen goed
geschikt zijn, dan kan men beter uitsluitend 2-motorige vliegtuigen
nemen, die immers ook voor de waarneming uitstekend geschikt
zijn, dan 1-motorige, welke voor het bommenwerpen minder ge
schikt en in vele gevallen zelfs onbruikbaar zijn.
Uit een oogpunt van bommenwerpen is het ruime uitzicht uit
een 2-motorig vliegtuig een zeer groot voordeel. Het gezichtsveld
van den bommenrichtkijker is, zooals alle richtkijkers, in verband
met de overige eischen, welke aan dit instrument gesteld worden,
zeer beperkt. Bovendien is de kijker slechts over een geringen
hoek zijwaarts draaibaar. Het instrument is dus onbruikbaar voor
het opzoeken en verkennen van het doel. Bij een 1-motorig vlieg
tuig zal men dan ook bij den aanval op een doel eerst geruimen
tijd over boord moeten hangen, alvorens men het doel in den
kijker kan krijgen.
Nu blijkt uit de voorhanden gegevens betreffende den Martin
bommenwerper, dat bij het model dat voor ons zal worden aange
schaft, de waarnemer niet in den neus, maar midden in het vlieg
tuig zit. De eenige reden, waarom dit naar onze meening gebeurd
kan zijn is, dat wanneer de waarnemer dichter bij het zwaartepunt
van het vliegtuig zit, zijn richtinstrument minder last zal hebben
van de schommelingen van het toestel. Dat deze schommelingen
een groot bezwaar zijn, wordt bij de Luchtvaartafdeeling dagelijks
opgemerkt bij de Fokker C.V's, maar het zal nog moeten blijken
of dit voordeel opweegt tegen het nadeel van het geringere uitzicht.
ad. 3. Stabiliteit c.a.
Zeer in het algemeen gesproken ligt een groot vliegtuig beter
stil in de lucht dan een klein, mits zij beiden even goed geconstru-
399