5.
Beveiliging.
a. Het innemen van de uitgangsopstelling wordt beveiligd
door 4- Inf. XIV, welke cie. den Z. rand van het schaars
bewoonde terrein a cheval van den karreweg tegenover
TJIREUNDEU bezet houdt
b. W. gvbvl. één gvgp. van 3- Inf. XII te S. GINTOENG, O.
gvbvl. van het bataljon, één gvgp. van 2- Inf. XII, in bam
boebosch aan O. zijde PESANGGRAHAN 500 m N.O.
hpt. 47.
6. Regeling van den ajmarsch.
a. Afmarsch 14-12-35, 3.15; op dit uur wordt afgemar
cheerd van driesprong paardenpaden N. van LEBAKBOE-
LOES 1 volgorde1- Inf. XII -f- sie. mitr., bat.st., 2- Inf.
XII sie. mitr., 3- Inf. XII -f- sie. mitr., pel. mrt. 4- Inf.
XIV, G.T.- Inf. XII (waarbij karren- G. Tn. der onderdee-
len in zelfde volgorde
b. Afstanden tusschen de onderdeelen 50 m afstand G.T.
tot 4e cie.500 m
c. Voor den afmarsch zullen de fuseliercien. gevechtsgroe
pen vormen en de gevechtsuitrusting aannemen
d. pel. mrt. neemt bij driesprong 100 m Z. van hpt. 36,
zijn plaats in de colonne inluit. adj. zal hiervoor de noo-
dige aanwijzingen geven
e. 1- Inf. XII is belast met de beveiliging in front.
7. Bijzondere maatregelen.
Na passeeren houten brug nemen de onderdeelen de be
volen en verkende opstellingen in mij zoo spoedig mogelijk
melden wanneer opstelling is ingenomende grootst mo
gelijke stilte in acht nemenhet gebruik van licht is ten
strengste verboden.
8. Verband en verbindingen.
a. de O. gvbvl. zorgt na inzetten aanval voor verband met
de sie.- Inf. XIV tegenover KARANGTENGAH 2
b. de W. gvbvl. idem met Inf. XIV
c. bat. vb. as zal langs karreweg worden uitgelegd voor-
loopig alleen mijn cop. met pel. mrt. (één lijn) tf. verbin
den
d. mijn cop. te knik in karreweg Z.W. van houten brug.
464