485
„Aus der Truppe für die Truppe."
Mj. Van Dewitz bepleit in „L. M. G. Kompanie" de It. mitrn. per cie. in een
sie. onder te brengen. S. meent, dat het mogelijk is de lt. mitrn. in een aan-
valsvak van de cie. gezamenlijk op den vleugel te plaatsen, waardoor, op
afstanden van 600 m van den vijand staande, de aanv. inf. is te steunen tot
deze den vijand tot op 200 m is genaderd. De cie.cdt. heeft te zorgen, dat een
deel der lt. mitrn. op tijd naar voren wordt verplaatst, om bij het binnendringen
te kunnen steunen. S. laat de mogelijkheid open voor de cie.cdtn. om ge
vechtsgroepen te vormen, hij vraagt zich echter niet af wanneer het terrein
een „Feuerflügel" toestaat; wij zijn van meening dat zulks een uitzonderlijk
geval zal zijn en de uitzondering, welke S. voor oogen heeft regel is; wij
verkiezen, ook organisatorisch, de gv.groep, al willen wij de mogelijkheid niet
uitsluiten voor de uitzondering, waarbij eenige km. gezamenlijk een vuurop-
dracht kunnen krijgen.
Revue Militaire Suisse. Jan. 36.
„Defense des localités." door Mj. E. M. G. Jacot. S. noemt de van oudsher
bekende voor- en nadeelen bij een verdediging van dorpen van de voorste
lijn vóór of in den rand. Aan de nadeelen van vóór den rand, wordt t.o. een
modernen tegenstander toegevoegd de vij. vew. worden in staat gesteld bin
nen te dringen tot in den rand. Als voordeel voor de verdediging in den rand
wordt dan genoemd, zich aldaar gemakkelijker tegen vew. te kunnen verde
digen. Voor ieder geval moet daarom worden nagegaan:
1. de mogelijkheid van een vijandelijken vew. aanval.
2. welke waarnemingsmogelijkheden bieden de dorpsranden voor de vijan
delijke art.;
3. welke waarde heeft het eigen inf. vuur, indien het uit den dorpsrand
wordt afgegeven.
Tk.
Artillerie.
Der Schweizer Artillerist van 15 Oct. 35 bevat in het artikel Artillerie im
Nahkampt een interessante beschrijving van een episode uit de gevechten
bij Lodz van 20 25 Nov. 14, toen de Russen 3 Duitsche Inf. divn. en 2 Cav.
divn. volledig hadden omsingeld en hun gevangenneming nog slechts een
kwestie van enkele uren scheen. Bij de laatste poging der Duitschers om door
te breken uit den Russischen ring zou de 49e Res. div., gesteund door de art.
van de 3e Garde-div., een frontaanval doen op een door de R. bezetten
spoordijk. De munitievoorraden waren nog slechts gering, de verpleging was
stopgezet bij gebrek aan voedingsmiddelen, de batn. waren in sterkte geredu
ceerd tot zwakke cien., het moreel was beneden peil.
De 2e bij. v.h. 6e Garde Veldart. reg., onder le Luit. Lancelle, had tot
opdracht den rug van de div. en tevens de zich daar bevindende 10.000
gevangen Russen, de bagagetreinen en munitiecolonnes te dekken tegen de
van achteren uit het Z.W. opdringende R. troepen. Toen deze echter op
taaien weerstand stuiten, begonnen zij zich in te graven, er op rekenende,
dat de rijke buit hen door de voltooide omsingeling toch binnenkort in den
schoot zou vallen, aangezien door sterke R. troepen in het N. de doortocht
voor de D. naar Brzeziny was afgesneden. Inderdaad waren de gevechts
omstandigheden zoodanig, dat de D. nog slechts geringe hoop op ontsnapping
konden koesteren. De noodgedwongen op korten afstand in open stelling
staande bijn. v.d. 6e en 5e Garde Veldart. regn. en die van de 49e Res. div.
hadden weinig uitwerking tegen de achter den spoordijk liggende R. inf.,
terwijl tenslotte nog het munitiegebrek zich deed gelden.
„Toen het gevechtsrumoer, het steeds krachtiger wordende art. vuur in
den rug van de 2e bij. toonde, dat hier met de laatste resten aan munitie
en krachtsinspanning om de vrijheid werd geworsteld, en dit gevecht binnen