589 van den gasbeschermingsdienst door apothekers is gespeeld. Met dit laatste voor oogen, is het hoofdbestuur dan ook van meening, dat de apotheker de aangewezen persoon is om bij de bescherming tegen lucht- en gasaanvallen een uitgebreid arbeidsveld toegewezen te krijgen, niet alleen voor wat betreft de distributie van gasbeschermingsmalerieel, maar ook voor de controle op gasdichtheid der maskers, onderzoek van chemicaliën, etc. Ten slotte wordt er op gewezen, dat het reeds thans geboden is voorzorgs maatregelen te nemen tegen het ontstaan van ongewenschte toestanden, door o.a. de aflevering van gasmaskers slechts mogelijk te maken door tusschenkomst van apothekers. S. 10. VAN HET WERELDTOONEEL. Bij de hervatting van het politiek overzicht moeten wij allereerst wijzen op ingrijpende wijzigingen, welke hebben plaats gehad. Verkeerden wij enkele jaren geleden nog in een toestand, waarbij weliswaar een zekere politieke spanning viel te constateeren, toch werd vrij algemeen aangenomen, dat de twee grootste mogendheden, Engeland en Amerika, in staat waren den toestand zoodanig te beheerschen, dat een wereldconflict kon worden voorkomen, zij het ook, dat in Oost-Azië zich reeds teekenen vertoonden van hun tanende macht. Sedertdien hebben machtsverschuivingen plaats gehad, die den toe stand veel ernstiger maken. In de eerste plaats ontdeed Duitschland zich van de knellende banden van het Verdrag van Versailles. De herbewapening en de daarop gevolgde bezetting van het gedemilitairiseerde Rijnland doen vreezen, dat de potentieele krachten van dit volk, door een straffe leiding tot voortdurend grooter ontwik keling gebracht, zich tenslotte een uitweg buiten de grenzen zullen zoeken, in de eerste plaats in Oostelijke richting. Frankrijk, hierdoor gealarmeerd, achtte zijn stelsel van verdragen met de Oost-Europeesche landen geen voldoende waarborg voor de veiligheid en haalde de Sovjet Unie in den Europeeschen kring door een verbond te sluiten met dit land, dat zich tenslotte in den Volkenbond wist te dringen. De tegenstellingen met zijn oude rivaal Italië wist Frankrijk te verzachten, doch daartegenover ontviel hem een van zijn oudste bondgenooten, nl. Polen, dat een opmerkelijke toenadering tot Duitschland vertoonde. Het blok Engeland-Frankrijk, dat de laatste jaren den Europeeschen toe stand beheerschte vertoonde bedenkelijke scheuren, toen Engeland Duitschlands streven welwillend opvatte en zelfs, buiten Frankrijk om, met dit land een vlootaccoord aanging. De ernstigste gevolgen zijn echter voortgekomen uit het Italo-Ethiopische conflict, welke men bij den aanvang daarvan niet heeft voorzien. Ongetwijfeld waren bij dit conflict de belangen van Engeland gemoeid. De vruchtbaarheid van Egypte, de katoenschuur van Engelands textielindustrie, is in sterke mate afhankelijk van den geregelden watertoevoer door den Blauwen Nijl, welke in Ethiopië ontspringt uit het Tana Meer, welke afvoer met betrekkelijk eenvoudige middelen kan worden geregeld. Een grooter gevaar lag echter hierin, dat de vermeestering van Abessynië slechts een begin zou vormen van verdere Italiaansche veroveringen, met name van Egypte, waar reeds tien duizenden Italianen wonen, aldus leidende tot een herleving van het oude Romeinsche Rijk, om aan de expansiebehoeften van het jonge groeiende fascistische Italië te voldoen. Daardoor zouden de zeeweg zoowel als de lucht weg van Engeland naar Indië, de hartader van het Britsche Rijk, beheerscht worden door Italië. Het is dan ook begrijpelijk, dat Engeland op afweer bedacht was, bijna zijn geheele vloot samentrok in de Middellandsche Zee

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 107