591
dat o.a. de integriteit van China waarborgde, op te zeggen, aan welk verdrag
Japan zich overigens op dit punt in de practijk weinig heeft gestoord. Maar
men wenscht ook te ontkomen aan de bepaling van het verdrag, dat geen der
onderteekenaars voor zich een uitzonderingspositie in China zal scheppen
(open deur). Het Japansche volk heeft immers „een missie" te vervullen, die
in haar zachtsten vorm tot uitdrukking werd gebracht door de gerucht maken
de verklaring van den woordvoerder Amau van het Ministerie van Buiten-
landsche Zaken, dat Japan geen inmenging in Chineesche aangelegenheden
van andere mogendheden buiten Japan om dulde. Doch in meer militante
kringen gaat men openlijk reeds verder en lanceert de leuze „Azië voor
de Aziaten", waarbij Japan dan als bevrijder zal optreden van de onderdrukte
Aziatische rassen van hun blanke overheerschers. Nog verder gaan zij, die
meenen, dat Japan uiteindelijk tot taak heeft als hervormer van de wereld
situatie op te treden. Practisch heeft deze laatste leer nog geen beteekenis,
doch wel de „gematigder" richting die Japan ziet als kampioen der gekleurde
rassen, al onthoudt het officieele Japan zich ervan om dit naar voren te
brengen.
Japan's diplomatie heeft intuschen bemerkt, dat de tot dusver gevolgde
politiek een isolatie van Japan tengevolge had, die een rem vormde voor
de verwezenlijking van zijn plannen. Men begrijpt dat men bondgenooten
noodig heeft omdat anders een eventueel tegen Japan te vormen blok (Enge
landAmerika) in staat zou zijn ongehinderd zijn krachten te concentreeren
in Oost-Azië. Japan zal pas zijn slag kunnen slaan als de groote mogend
heden door verwikkelingen elders gebonden worden en veelzeggend is dan
ook in dit opzicht de officieele uitlating bij voorkomende gelegenheden,
dat „Japan met aandacht de ontwikkeling der situatie in Europa volgt". De
geruchten omtrent een militaire overeenkomst tusschen Japan en Duitsch-
land, waarbij soms ook Polen wordt genoemd, schijnen niet van grond
ontbloot te zijn. Opmerkelijk is ook in dit verband de toenadering tuschen
Japan en Italië, en tusschen Italië en Duitschland.
Het kan niet worden ontkend, dat de inwendige toestand van Japan expansie
in de hand werkt. De pogingen om de geweldige bevolkingsvermeerdering
hoewel de laatste jaren in sterke mate dalende - te temperen door emigratie
zijn tot dusver mislukt. Om de groeiende bevolking te onderhouden is Japan
daarom den weg opgegaan van de industrialiseering. Wil men daarbij echter
verzekerd zijn van afzetmarkten voor de producten en een onbelemmerden
aanvoer van grondstoffen verwezenlijken, dan is koloniale expansie noodza
kelijk. Voorloopig manifesteert dit zich nog in een vreedzame penetratie in
de omliggende landen. Doch de geleidelijk sterker wordende afweermaat-
regelen die deze landen treffen, dreigen tot een explosie te zullen voeren.
De geruchtmakende verklaring van de Amerikaanschen Kolonel House tot
een herverdeeling van koloniën en grondstoffen worden door de mogend
heden met groeiende bevolking en industrie (Japan, Italië en Duitschland)
met gretigheid aangegrepen om hun wenschen naar voren te brengen.
De inwendige politieke toestand in Japan geeft een beeld vol wrijving te
zien. Zij kwam tot uitbarsting in Februari van dit jaar bij de militaire coup
in Tokio. Hoewel de regeering er in slaagde den opstand te onderdrukken,
was zij niet bij machte den invloed der militairen op politiek gebied te be
knotten. Bij de vorming van een nieuw kabinet moest de kabinetsformateur
Hirota zich geheel neerleggen bij de door de militairen gestelde eischen.
Naar buiten had zich de leiding der militairen op politiek gebied reeds
voortdurend gedemonstreerd in China. Zij waren het, die dén stoot gaven
tot de uiteindelijke instelling van Mandsjoekwo. Daarna drongen zij door
in Noord China en Binnen Mongolië. De provinciën Noord Hopei, Tsjahar
en Soeiyoean zijn practisch Japansche invoedsfeer. China, dat inwendig
reeds te kampen had met de „rooden", was niet in staat zich tegen deze
gewelddadige peneratie te verzetten. Japans optreden is hier vooral gericht
tegen de Sovjet Unie en het opdringen der communistische leer in O. richting.