de marsch van Davout niet zou belanden in 's vijands rug en flan ken, doch recht tegen het Pruisische hoofdleger bij Kösen zou aanbotsen Aldus beloofde 14 October: een gemakkelijke overwinning van NAPOLÉON's hoofdleger op Hohenlohe's legergroep; en een ver nietiging van de groep Davout door de Pruisische hoofdmacht. Volgens de verwachtingen vernietigde NAPOLÉON's drievou dige overmacht de Pruisen bij Jena; Davout stiet Z. van Kösen op de dubbel zoo sterke Pruisische hoofdmacht, en wist hare aanvallen zij het met moeiteaf te slaan. Ongelukkigerwijze sneuvelde de Opperbevelhebber der Pruisen op het oogenblik toen zijn over macht zich deed gevoelen; en vermits voor een behoorlijke ver vanging in de bevelvoering niet was zorggedragen, trok het hoofd leger terug en gaf den slag bij Auerstedt gewonnen. Zeker tot geluk van Davout, die uitstekend had gestreden, maar met 7.000 man verlies (op 30.000) aan het eind van zijn weerstandsvermogen scheen gekomen. Opvallend is vooral hoe NAPOLÉON, die bij Jena een gemak kelijke overwinning had bevochten, terwijl tegelijkertijd Davout in een uiterst precaire positie overwinnend had weten stand te houden, in zijn bulletin de beide overwinningen Jena en Auerstedt als één en ondeelbaar beschouwt en Davout's hoofdaandeel in dezen roemrijken dag verdoezelt. „La gloire était trop disproportionnée pom- qu'il en convint „aux yeux des peuples, lui qui vivait surtout de gloire." (Ségur, a.b., blz. 325). Zoo had dus NAPOLÉON door zijn uitstekende leiding, echter tegenover minderwaardige tegenstanders, weder een eclatante overwinning behaald en het Pruisische leger in 14 dagen tijd neer geslagen. De uitgeweken restanten werden successievelijk tot over gave gedwongen, evenals de vestingenzoodat NAPOLÉON den 24 October in het Koninklijk Slot te Potsdam zijn intrek kon nemen. Den 27 d.a.v. had de plechtige intocht in Berlin plaats door de Brandenburger Tor Over de houding der Fransche troepen in de hoofdstad hebben (Je Pruisen zich niet te beklagen gehadalleen de hoofdintendant Daru, die land en bevolking op niet te verdedigen wijze deed plunderen, en de Directeur-generaal der Fransche museums De- non, gingen zich te buiten laatstgenoemde stal niet alleen de Quadriga van de Brandenburger Tor (de strijdwagen met 4 paar den) doch ook nog 116 schilderijen, 32 antieke beeldhouwwerken en 74 busten. Inmiddels was de oorlog nog niet uit, want Rusland was nog niet verslagen en de vrede met Pruisen nog niet gesloten. Aan den Koning der Pruisen had NAPOLÉON doen weten, dat hij vrede wilde sluiten onder de voorwaarden afstand van de Pruisische landen beW. de Elbe (behalve Brandenburg en 503

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 17