5. Eerbewijzen:
a. ongewapend (groet)
b. gewapend (groet)
c. overbrengen van berichten, mondeling en schriftelijk.
d. hoe te handelen in leslokaal, eetzaal, slaapzaal en andere
vertrekken.
Zie hiervoor: V.E.S. I, hoofdstuk B t/m F.
6. Algemeene verplichtingen voor de posten.
Zie hiervoor: I.D.I, en R.G.D.
7. Hygiënische wenken:
a. onderhoud van het lichaam.
b. reinheid van het lichaam, enz.
Zie hiervoor: H.W. Hoofdstuk I, punt 3, 4, 11, 13, 15 t/m 20.
8. Meest voorkomende Maleische woorden.
a. lichaamsdeelen.
b. verbruiks- en gebruiksartikelen.
c. telling.
d. namen van de dagen van de week.
e. geldswaarden.
Zie hiervoor: Beknopte Maleische spraakkunst.
9. Indeeling van het Leger (heel eenvoudig).
Zie hiervoor: Uitgereikte staat. Voor Infanterie meer speciaal
dit deel van het Leger.
Practijk.
1. Exercitie. Zie hiervoor: R.I. voor zoover noodig.
2. Sport en athletiek.
3. Marschvaardigheid minstens 3 X 25 km gewapend en volle
bepakking.
Dit programma is geheel vrijblijvend en het is niet noodzakelijk,
dat ieder recruut deze stof heeft verwerkt, mits de vereischte
gegevens met voldoende zekerheid op andere wijze kunnen worden
verstrekt.
Zooals reeds eerder werd opgemerkt, tracht natuurlijk ieder
candidaat zich beter voor te doen, dan hij is. Zoo zal iemand, die
een tekort aan gevoel voor tucht heeft, dit niet aan het licht doen
treden door met stoelen of banken te gooien, doch dit hoogstens in
oogenblikken van mindere zelfcontrole door kleinigheden dik
wijls niet meer dan een blik laten blijken.
507