compagnies-commandant, maak de deur open met dezen sleutel,
haal de geldkist er uit en breng die in veiligheid." Sergt. B. snelt
dan ergens anders heen. Soldt. A. komt bij het kantoor en be
merkt dat de sleutel niet past.
Vraag 4. Wat doet soldaat A.?
De recruten zijn uit den aard der zaak voldoende met de situatie
ter plaatse bekend, om de vraag naar behooren te kunnen be
antwoorden.
Voor de lezers volgt hieronder een eenvoudige schets. Men be
denke hierbij dat de oplossing op schets veel eenvoudiger is dan
voor de recruten het geval was. Bij de schets immers, dringt het
raam zich onmiddellijk aan onze aandacht op terwijl dit bij het
zich voorstellen van de situatie veel minder het geval is.
r is raam.
d is deur.
Binnenplaats.
kantoor
hoofd
in
gang
2e
comp.
zitzaal
gelijkvloers
gang.
trappen
huis.
Dit onderzoek had eveneens tegelijk in 6 klassen met totaal 187
man plaats. Teneinde den lezer eenigszins een beeld te geven van
de denkcapaciteiten van het tegenwoordige materiaal, zullen wij
de voornaamste antwoorden in het kort vermelden.
Op vraag 1. kwamen 169 goede antwoorden binnen n.l. den
tweeden opdrachtgever in kennis stellen met het feit, dat hij
ordonnans is en daarna de tweede opdracht uitvoeren als luit. B.
dit vordert.
Van de 18, die hierop een foutief antwoord gaven moesten er
gedurende den verderen observatietijd 13 worden ontslagen we
gens tekort aan bevattingsvermogen.
Op vraag 2. kwamen 154 goede antwoorden binnen n.l. oogen-
blikkelijk den brief wegbrengen, daar luit. B. nu uit den gang
van zaken duidelijk genoeg wist, dat soldt. A. reeds kamerwacht
512