3. PROEVE VAN BEANTWOORDING VAN VRAAG Nr. 2 TACTIEK, GESTELD BIJ HET TOELATINGS EXAMEN H. K. S. IN 1936. Met 1 bijlage aan het slot van dit artikel. Voor de opgave zie I. M. T. 1936 nr. 4 blz. 373) door W. K. BOOGH, Kapitein der Infanterie. INLEIDING. De gestelde opgave omvat de behandeling van een „normaal" ge val van een vertragende actie, waarbij 's vijands opmarsch een zoodanig oponthoud moet worden opgelegd, „dat de eigen hoofd macht in staat wordt gesteld, den strijd in een zelfgekozen terrein onder gunstige omstandigheden te aanvaarden". A.T.V. II, 188. Nu door het verschijnen van het eerste deel van het A.T.V. „Voorschrift velddienst" naast het reeds eerder verschenen tweede deel, de „Gevechtshandleiding", het K.N.I.L. in het bezit is gekomen van volledige, op moderne leest geschoeide, tactische voorschriften, waarin de algemeene richtlijnen zijn aangegeven voor het tactisch handelen op het gevechtsveld, komt het nuttig voor de gestelde opgave uit te werken aan de hand van de in bedoelde voorschriften gegeven aanwijzingen, zoodat deze bewer king tevens als een studie is te beschouwen ter orienteering in de stof, welke in beide voorschriften is verwerkt. Uiteraard blijft de hier gegeven oplossing één der oplossingen, welke ook voor een „normaal" tactisch geval mogelijk zijn en waarvoor de tactische voorschriften volkomen ruimte laten en moeten laten als leidend beginsel bij het opstellen van het A.T.V. heeft immers gegolden om „door het geven van richtlijnen, de verschillen in opvatting in zooverre weg te nemen, dat bij de uit voering van opdrachten wordt gehandeld, zij het niet steeds in eenzelfden vorm, dan toch naar eenzelfden geest." A.T.V. h 2 (4)- i Om evengenoemde redenen is de bewerking van de tactische opgave uitvoeriger geschied dan strikt noodzakelijk nadrukkelijk zij dan ook vermeld, dat de hiergegeven bewerking belangrijk 519

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 35