De formule ter bepaling van het astronomisch azimuth wordt sin 18° 32' sin 24° 17V2'. sin 6° 10%' cos 24°. 17%'. cos 6° 10%'. cos A. Deze wordt weergegeven door de rechte lijn y Mx n, waarin n sin 18° 32'x cos 24° 17%'. cos 6° 10%'; y sin 24° 17%'. sin 6° 10%' en M cos A. Som en verschil geven resp. 30° 28' en 18° 7'. De top van den driehoek, waarvan de zijden gaan door de pun ten 30% en 18 ligt in het punt Q. Verbindt men Q met het punt 18% op de sinusschaal der verlengde Y as en trekt men daarna door O een rechte evenwijdig aan deze verbindingslijn, dan wordt de rechter cosinusschaal gesneden in het punt 66%. De berekende waarde is 66° 27'. In hoeverre het „sinusnomogram" voor artilleristisch gebruik geschikt is, welke mogelijkheden het eventueel nog biedt, zal de beroepsofficier moeten uitmaken. Vergroot men het gedeelte, waar de deelpunten zeer dicht op elkaar vallen, dan wordt ook de fout, ontstaan door het niet zuiver evenwijdig trekken van een lijn, vergroot. Een feit van beteekenis blijft echter, dat elk punt van het nomogram een rechthoekigen boldriehoek, elke lijn van het nomogram een scheefhoekigen boldriehoek volledig bepaalt. d. Geschiedenis. Daar de wijze van ontstaan van een nomogram dikwijls kan bijdragen tot het begrip ervan en tot verdere uitbreiding, deelen wij hier in het kort den ontwikkelingsgang mede. Oorspronkelijk geleek het nomogram op de figuur, die beschre ven wordt door een punt, dat deelneemt aan twee gelijke, onder ling loodrechte trillingen, die alleen een klein phaseverschil ver- toonen. Bij benadering kan deze baan beschouwd worden als een stel ellipsen, welke tot vergelijking hebben x a cos (<p a)y a cos (<p a). Elke waarde van a geeft een ellips. Laat men het assenstelsel 45° draaien, dan wordt de ver gelijking x a/2 cos a cos ip y a/2 sin a sin <p. Een deel van de figuur op dit nieuwe assenstelsel is geteekend in fig. 3 van plaat II. Zoekt men de snijpunten van een ellips a, met een ellips a2 dan vindt men x cos a, cos a2; y sin a,sin a2 wanneer gemakshalve a/2 1 genomen wordt. De ellipsen snijden op de X as een cosinusschaal, op de Y as een sinus- schaal inze zijn gemakkelijk te construeeren, en feitelijk is hiermede dus een kromlijnig net gevonden, waarvan de snijpunten voldoen aan de voorwaarde, dat elke abscis het product van twee cosinussen, elke ordinaat het product van twee sinussen, elke richting vanuit den oorsprong het product van twee tangenten is. 550

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 66