producten moet dekken door den uitvoer van zijn surplus aan
landbouwvoortbrengselen en in oorlogstijd zijn handelsverbin
dingen ziet afgesneden, heeft reeds bij voorbaat eiken strijd verlo
ren. Door het permanent instandhouden of, indien daartoe de
gelegenheid is gelaten, het kort voor het uitbreken van den oorlog
vormen van belangrijke oorlogsvoorraden van de allernoodzake
lijkste importbenoodigdheden, zal gedurende korten tijd de weer
kracht op peil kunnen worden gehouden, doch ten slotte zal, tenzij
een snelle beslissing is kunnen worden geforceerd, de strijd wegens
gebrek aan krijgsbehoeften moeten worden opgegeven. Omgekeerd
zal ingeval van oorlog een industriestaat, waarvan de productie
capaciteit van den bodem, ook bij intensieve bewerking, de behoef
ten aan voedingsmiddelen in belangrijke mate ongedekt laat, zich
bij isolatie evenmin met succes kunnen verdedigen en den strijd
eveneens zeer spoedig moeten opgeven.
Om het verband tusschen de verdedigingskracht van een staat
en zijn industrieele en agrarische ontwikkeling duidelijk tot uiting
te doen komen, zijn hier twee uitersten tegenover elkaar gesteld.
Daartusschen bestaan natuurlijk vele schakeeringen, doch mij
zijn geen voorbeelden bekend van staten, die een volkomen even
wicht hebben kunnen scheppen en in vredestijd een toestand van
volledige autarkie hebben weten te bereiken, laat staan, dat zulks
mogelijk zou zijn in geval van oorlog, als op velerlei gebied grootere
behoeften ontstaan.
De opvatting, dat het tegenwoordige streven van vele staten om
dien evenwichtstoestand te bereiken voor een belangrijk deel zijn
oorzaak vindt in het karakter van den modernen, materieel ver
slindenden oorlog, in de in den laatsten oorlog gegeven uitbrei
ding aan het begrip oorlogscontrabande en in het mislukken van
de vredespolitiek, kan beschouwd in verband met het voren
staande en in aanmerking genomen het feit dat dit streven door
economen van naam wordt veroordeeld niet vreemd klinken.
Doch wat het zwaarst weegt, moet het zwaarst gelden. Maatrege
len ter verzekering van de zelfstandigheid van het volksbestaan
gaan vóór bij die, welke de verbetering van den levensstandaard
van de bevolking beoogen, indien de verdedigingsmogelijkheid
van die zelfstandigheid daardoor in oorlogstijd in gevaar zou wor
den gebracht of verkleind. Ook wij hebben ons in te stellen op de
realiteit van het wereldgebeuren en ons daarbij aan te passen.
Er is bij de huidige ontwikkeling van de statensamenleving met
haar scherpe tegenstellingen voor iederen staat een op den voor
grond getreden, onverbrekelijk verband ontstaan tusschen de
noodzakelijkheid tot economisch verweer en die van militaire
paraatheid.
Een streven naar uitsluitend economische ontwikkeling schiet
zijn doel voorbij, laat een open, in den tegenwoordigen tijd zeer
558