Geest en discipline in het Pruisische leger waren uitmuntend de tactische ontwikkeling stond echter nog op het niveau van den Zevenjarigen Oorlog. De verpleging was gebaseerd op het verouderde magazijnsysteem, terwijl de Fransche legers hadden geleerd van het land te leven, en in dat bedrijf een zoodanige routine hadden verkregen, dat een gebied, waar een Fransch leger was gepasseerd, geleek op een streek, welke door een sprink hanenplaag was bezocht. Ten overvloede nog was de Pruisische soldaat onvoldoend gekleed (geen overjas) en slecht bewapend (met een gebrekkig geweer). Alles bijeengenomen dus was het Pruisische leger geen partuur voor het Fransche. Neemt men hierbij nog de getalsverhouding in 't oogNAPOLÉON die met 200.000 man, waarachter een reserve van 80.000, opmarcheerde tegen de vereenigde Pruisen en Sachsers met 128.000 man, dan kon de uitslag van den komenden strijd ook niet twijfelachtig zijn. De Opperbevelhebber der Pruisen, de hertog von Braunschweig, hield een succesvollen strijd dan ook voor onmogelijk. Toch begon hij met één voordeel: door den voorsprong bij de mobilisatie stond zijn leger gereed aan Saaie en Mulde op het tijdstip (24 Septem ber) dat NAPOLÉON's eerste concentratiebevelen uitgingen. De operatieplannen der beide tegenstanders waren als volgt en daarbij zij vooropgesteld, dat geen van beide ook maar bij benadering op de hoogte was van de situatie bij den ander. Het Pruisische legerde zwakste partij in getalsterkte stond over een front van 300 km. verspreid, met de strategische bedoe ling om door de bezetting van geografisch belangrijke punten het achterland te dekken, en aldus op de door FRIEDRICH beproefde methode de overwinning te behalen.1) Men hoopte dan, uitgaande van de stelling dat het Fransche leger van Beieren tot Frankfurt toe verspreid stond, van Erfurt uit met het hoofdleger door het Thüringer Wald de Fransche macht te doorbreken en daarna partieel te verslaan. Hoewel de aanname omtrent de situatie der Fransche troepen bij den aanvang van den opmarsch geheel onjuist was, omdat men zich de goede kans had laten ontglippen door de 494 „II parait qu'ils veulent avoir une legon. Nous ferons une campagne „comme celle d'Austerlitz." 1) Waarbij echter over 't hoofd werd gezien, dat FRIEDRICH in de tweede helft van den Zevenjarigen Oorlog uit gebrek aan strijdkrachten en geld groote slagen moest vermijden; en dat met zijn strategie ook doen kon, omdat zijn tegenstander die aanvaardde en ook beslissingen ontweek. Maar stellig gaf FRIEDRICH niet de voorkeur aan deze stellingen-strategie boven het opzoeken en slaan van 's vijands hoofdmacht. Dat heeft hij in de Silezische oorlogen en in het begin van den Zevenjarigen Krijg wel getoond.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 8