578 heid der hoefsmeden te beoordeelen, om adviezen te geven omtrent de eetbaarheid van vreemde voederplanten en de bruikbaarheid te onderzoeken van onbekend water. Terwijl de paardenarts te velde belast zal zijn met deze vele en verschillen de taken, zullen zijne collega's in de veldziekenstallen en de ziekenstallen speciaal belast zijn met de zuivere toepassing van de genees- en heelkunde, maar ook zullen deze belast zijn met de genezing van de verzwakte en uitge putte dieren. Waar ook zijn verplichtingen hem roepen, het is zeker dat de paardenarts méér werk zal hebben dan hij zal kunnen verrichten en het is eveneens ekerdat indien de volgende oorlog van eenigen omvang is, er een te kort aan paardenartsen en hoefsmeden zal zijn. Dr. S. v. L. 9. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. Landingen uit de lucht. In „Militdrwissenschaftliche Mitteilungen" van Maart 1936 treffen wij een artikel aan over „Fallschirmtruppen", geïnspireerd door de hierna vermelde prestaties van de Russen. (Uit de militaire literatuur blijkt dat men overal belangstelling heeft voor deze nieuwe wijze van landen", al klinken sommige gegevens wat fantastisch. Ook wij zuilen goed doen, dit vraagstuk in het oog te houden, daar zich bij verdere vervolmaking der „valschermafdeelingen" mogelijkheden kunnen voordoen, waarmede thans nog geen rekening wordt gehouden) Aan het artikel van Feldmarschalleutnant d.R. v. Urbanski ontleenen wij het volgende: De Russen gebruikten voor het troepenvervoer zeilvliegtuigen, in series sorps tot een getal van zeven gesleept door gevechtsvlgn. Er werd hoog gevlogen, zoodat de „vijand" het motorgeraas niet kon hooren. Op de plaats van actie aangekomen, gaf de cdt. draadloos bevel, de motoren af te zetten waarna in glijvlucht werd gedaald, tot door de troepen de sprong kon worden gewaagd. S. merkt op, dat algemeen wordt aangenomen, dat een toekomstige oorlog door ondernemingen der luchtvloten zal worden ingeleid, met het doel gewichtige objecten in het achterland te vernielen, hetgeen in de eerste plaats door het afwerpen van bommen zal geschieden. Door het gebruik van valschermtroepen wordt de mogelijkheid geschapen, sommige vernielingen door menschenhanden wellicht grondiger te doen plaats hebben. Van niet te onderschatten waarde is echter de mogelijkheid val schermtroepen in het gevecht te brengen, in den rug van het leger. Indien zulks gelukt, wordt de kans op succes aanmerkelijk vergroot. Ook in de Revue d'lnfanterie van Februari 1936 treffen we over boven genoemd onderwerp een artikel aan, waaruit de belangstelling van Frankrijk voor dit vraagstuk blijkt, welke zoover gaat dat men tot de oprichting van 2 cien. parachutisten heeft besloten. Luit. Kol. Desré zegt in het betrokken arti kel, dat de demonstratie, welke tijdens de herfstmanoeuvres in Rusland in de omgeving van Kiev is gehouden, de aanleiding tot de oprichting van deze cien. is geweest. Ten aanschouwe van vele buitenlandsche officieren werd nl. een bat. parachutisten, voorzien van wapens en munitie, gelijktijdig in de lucht „ontscheept"; het bat. stond binnen enkele minuten gevechtsklaar op den grond. Over de Fransche cien. vermeldt S. het volgende:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 96