692
Over een dergelijk vaccin beschikken we tegenwoordig; S. meent dat, waar
de Canadeesche troepen toch reeds behandeld worden met T.A.B. vaccin,
toevoeging daaraan van het zoogenaamde tetanusanatoxine geen bezwaren
kan opleveren.
„La guerre chimique", par M. Molinié (academisch proefschrift Lyon 1935).
Dit boekje geeft een globaal overzicht over de chemische strijdmiddelen
en de bescherming daartegen. S.'s betoog is gebaseerd op de ervaringen gedu
rende den wereldoorlog bij Béthune opgedaan. Hij omschrijft verder de
taak, welke de geneeskundige dienst zal hebben te vervullen op organisa
torisch, therapeutisch en opvoedkundig gebied met betrekking tot een
toekomstigen gasoorlog.
„S'il y avait la guerre Protégeons-nous contre les attaques aériennes", par
M. Guillaume (verschenen bij Vigot, Parijs 1936).
Na de schildering van het gevaar van luchtaanvallen bespreekt de S. in dit
geschrift de grondbeginselen der passieve verdediging tegen aanvallen van
vliegtuigen en de organisatie van den geneeskundigen dienst in verband
met de zeer speciale omstandigheden, waaronder hulpverleening bij luchtaan
vallen moet plaats hebben. Verder vindt men er eenige algemeene opmer
kingen in over verstikkende gassen en de behandeling van gaszieken.
Twee hoofdstukken zijn gewijd aan de individueele en collectieve bescher
ming tegen vliegtuigbommen, met bijzonderheden over gasschuilplaatsen en
eerste-hulp-posten.
Nederlandsch tijdschrift voor geneeskunde, 16 Mei 1936 Nr. 20.
In dit tijdschrift is een verslag opgenomen van een door Prof. A. Klaren-
beek voor het Genootschap ter bevordering van Natuur-, Genees- en Heel
kunde te Amsterdam gehouden voordracht over proeven betreffende de
beschadiging der huid door mosterdgas.
Spreker begint met er op te wijzen, dat het voorkomen en beperken der
gevolgen van huidbesmetting met mosterdgas een zeer belangrijk en moeilijk
op te lossen vraagstuk vormen, belangrijk omdat mosterdgas wel als een der
voornaamste chemische wapens moet worden beschouwd wegens zijn uitzon
derlijke eigenschappen de huid zelfs bij kortdurend rechtstreeksch contact
voor langen tijd ernstig te beschadigen, moeilijk omdat het tot nu toe niet
mogelijk gebleken is zich op afdoende wijze tegen deze stof te beschermen.
Dan volgt een schildering van de uitwerking, welke mosterdgas heeft op de
huid van verschillende proefobjecten (mensch, konijn, hond, paard). Ken
merkend bij den mensch is het snelle indringen van het mosterdgas, zonder dat
dit door den persoon in kwestie wordt waargenomen, snel volgende ernstige
ontstekingsverschijnselen met blaarvorming vooral in de randzone en diepte-
versterf van weefsel in het centrum, langzame afstooting van het afgestorven
weefsel en zeer vertraagde genezing. Verder konden bij de genomen proeven
groote individueele verschillen in vatbaarheid worden geconstateerd en dat
het konijn veel minder gevoelig is dan hond en paard en alle drie genoemde
diersoorten een aanmerkelijk mindere gevoeligheid ten opzichte van mos
terdgas bezitten dan de mensch. Bij geen der dieren kwam het ooit tot
blaarvorming. Al naar gelang de intensiteit der contactwerking ontstond een
meer of minder ernstige, chronisch verloopende ontsteking met diepgaand
versterf van weefsel en langzame genezing. Bij het paard duurde de
genezing het langst, daarna bij den hond en tenslotte bij het konijn.
Verschillende middelen zijn verder op hun beschermende werking onder
zocht; zoo in de eerste plaats de onspecifiek werkende glycerine, respectie
velijk glycerine bevattende huidpasta's. Hiermee bleek een beperking der
huidafwijkingen bereikbaar, welke echter bij dun opsmeren der pasta op de