696 te wisselen zoolang de Regeering haar standpunt nog niet heeft bepaald ten aanzien van de vraag, waarover de Commissie-Kan heeft geadviseerd. Inderdaad ook naar onze meening welke in het hiervoor gestelde betoog je naar wij hopen duidelijk werd geopenbaard moet het antwoord op de vraag of het advies der meerderheid, dan wel dat van de minderheid der Commissie-Kan zal worden gevolgd op strategische, zoowel als op budgetaire overwegingen voor het tegenwoordige worden beschouwd als het zwaartepunt der defensiepolitiek. Het schijnt ons minder juist, maar ook niet logisch, dat in het zooeven ge noemde Voorloopig Verslag, ondanks de erkenning dat gedachtenwisseling nopens dit vraagstuk minder op haar plaats is bij de Defensiebegrooting 1936, maar thuis behoort bij de behandeling van het Defensiefonds, toch zij het zonder eenige argumentatie zeer bepaaldelijk front wordt gemaakt tegen het door de meerderheid der Commissie-Kan uitgebrachte advies. Meer aanbeveling verdient het en het is deze aanbeveling, welke in het orgaan van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel tot uitdrukking moge komen dat een Regeering, die ondanks den financiee- ien nood de versterking der defensie ter hand heeft genomen en daarmede blijk gaf de kentering op te merken, die in dit opzicht in de volksovertuiging plaats vond, worde gesteund en worde gevolgd op den weg dien Zij bewust van haar verantwoordelijkheid zal aanwijzen om de doelstellingen der weermachten in Europeesch en Aziatisch Nederland het dichtst te benaderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 106