NAPOLÉON ging nu regelrecht op Wien af, dat 13 Mei capitu
leerde, zoodat de Fransche Keizer zijn oude kwartieren in Schön-
brunn weer kon betrekken. Alsof het Oostenrijksche leger onder
KARL niet bestond, zoo was NAPOLÉON naar de hoofdstad
getrokken.
„Die Strategie hat zwar ihre Grundlehren, deren Anwendung meist
„den Erfolg verspricht, aber im Grunde ist sie eben ein System der
„Aushilfenauch die Politik hat ein Wort mitzusprechen."
Natuurlijk was NAPOLÉON's marsch ten Z. van de Donau een
strategisch waagstuk, met het zeer onvoldoend waargenomen leger
van KARL op den N. oever, en bij de steeds langer wordende
verbindingslijnen. En de gansche Hofraad, die KARL's hoofdkwar
tier frequenteerde, drong er dan ook bij hem op aan de rivier
te overschrijden bij Linz of Passau, om dan ten Z. van de rivier
den beslissenden slag te wagen- Maar KARL was ondanks de voort
durende inmenging van Kaiser FRANZ en den Hofraad mans
genoeg om zijn eigen weg te volgen, en besloot om het initiatief
van den rivierovergang aan NAPOLÉON te laten. Aspern heeft
hem in het gelijk gesteld.
Den 3 Mei was zijn leger in Budweis, en den 16 Mei volgde de
vereeniging met Hiller's groep, welke na tal van gevaarlijke situa
ties ten Z. van de Donau te hebben overleefd, nog 28.000 man
sterk bij Krems de rivier wist te overschrijden en zich bij het
hoofdleger aan te sluiten.
Hoewel NAPOLÉON onmiddellijk slechts over de 4 korpsen
van Masséna, Lannes, Davout en Bessières kon beschikken, besloot
hij toch om snel de beslissing te bevechten. Nadat het Masséna
was gelukt om op 19 en 20 Mei bruggen over de Donau te slaan
naar den Schneidegrund, vervolgens naar den Lobgrund, daarna
naar het groote eiland Lobau, en ten slotte naar den N. oever,
besloot NAPOLÉON om dadelijk de rivier te overschrijden. Dat
hij, zonder iets hoegenaamd van de Oostenrijksche stellingen te
weten, met onbeveiligde bruggen en met een verspreid leger een
rivier als de Donau ging overschrijden, grensde aan waanzin. Hij
meende echter, dat Aartshertog KARL niets zou durven te onder
nemen waarin hij zich danig vergistte.
De Oostenrijksche stelling was in een groote boog om de dorpen
Aspern en Eszling getrokken, welke ten N. van den Franschen
bruggebouw op den Donau-oever waren gelegen en van die stel
ling was NAPOLÉON volkomen onkundig. KARL besloot nu om
NAPOLÉON's leger eerst over de rivier te laten komen en het
dan van beide vleugels uit te omsingelen en te vernietigen. Gezien
zijn overmacht in getalssterkte was dit plan zeer wel uitvoerbaar
doch het vergde zuivere coördinatie tusschen de aanvallende
groepen.
In den morgen van Pinksterzondag, 21 Mei 1809, duidde nog
605