ondervonden de Franschen tot hun verbazing niet. Den 5 Juli
's avonds deden zij een aantal aanvallen op de Oostenrijksche
stellingen, welke alle voor hen ongunstig verliepen, zoodat tallooze
vluchtelingen eerst op de Lobaubruggen tot staan konden worden
gebracht. Voor NAPOLÉON was de eerste slagdag dus weder
een ongewone tegenvaller. Den 6 Juli werd de slag voortgezet
werd de Fransche linkervleugel beslissend verslagen, omgekeerd
werd ook de Oostenrijksche linkervleugel door Davout dreigend
omvat. Daar de door Aartshertog KARL verwachte versterking
door de troepen van Aartshertog JOHANN eerst in den laten
namiddag konden aankomen, besloot hij voor de dreigende omvat
ting van zijn linkervleugel te 14.30 tot den terugtochtzoodat de
Franschen tegen den avond de Oostenrijksche stelling konden
bezetten.
Hoewel de troepen van Aartshertog JOHANN te laat op het
slagveld verschenen, richtte zijn ruiterij nog een zoodanige ver
warring aan in het Fransche leger, dat een zware paniek ontstond
en duizenden terugvluchtten over de bruggen. Zelfs NAPOLÉON
zag zich genoodzaakt om half gekleed, zonder hoed en op sloffen
te paard te stijgen om te vluchten. Het Oostenrijksche leger trok
in goede orde terug met medevoering van 7.000 gevangenen.
Op beide gevechtsdagen van Wagram waren de Franschen
ongeveer 20.000 man sterker dan de Oostenrijkers, die 130.000
man teldenlaatstgenoemden verloren 31.000 man, de Franschen
meer dan 27.000. Een voor NAPOLÉON duur gekochte overwin
ning, waarbij hij niet oudergewoonte zijn tegenstander had kunnen
vernietigendie tijd was voorbij
Na nog enkele secundaire gevechten deed NAPOLÉON den
Aartshertog KARL weten, dat Berthier bevoegd was een wapen
stilstand af te sluiten. Den 12 Juli kwam deze tot stand, terwijl
de Vrede van Schönbrunn van 14 October d.a.v. den Oostenrijkers
3375 vierkante mijlen territoor kostte met 8V2 millioen inwoners
en de gebruikelijke oorlogsschatting in specie en kostbaarheden.
Op één incident in dit merkwaardige oorlogsjaar 1809 wil ik nog
de aandacht vestigen, en wel op den moordaanslag, welke een
18-jarige Duitsche domineeszoon Friedrich Staps op NAPOLÉON
pleegde. De jonge Staps was uit Naumburg naar Schönbrunn
gekomen om den gehaten tyran met een groot keukenmes te
doorsteken. Hoewel dit plan niet tot uitvoering kwam is het
onderhoud dat NAPOLÉON met zijn jeugdigen aanrander had
wel belangwekkend. Ludwig, geeft in zijn boek op blz. 343 e.v.
het gansche gesprek weer.
Vóór den Keizer stond de ernstige, blonde jongeman, vrijmoedig,
zonder vrees en uiterst correct. NAPOLÉON ondervroeg hem in
het Fransch, terwijl generaal Rapp waar noodig vertaalde.
607