ad. 2 De militaire verkenning dient gegevens te verschaffen omtrent a. de plaatsen waar de verzetslieden weerstand zullen bieden b. de plaatsen, welke door de verzetslieden reeds als steun punt zijn ingericht, en waar bijv. barricades zijn opgeworpen kampongs, welke bijzondere aandacht vereischen (in onze groote steden zie ook onder III bevinden zich groote kampongcomplexen) c. den opmarschweg (opmarschwegen) d. de aanwezige kunstmatige en natuurlijke hindernissen e. de plaatsen geschikt voor het gereedstellen der troepen de stadsgedeelten, welke zich bijzonder leenen voor den aan val en g. de stadsgedeelten, welke op gemakkelijke wijze kunnen wor den afgesloten (rivieren, grachten, viaducten, enz.). Wanneer wij bovengenoemde punten nader bezien, blijkt reeds dadelijk het groote voordeel van een zeer grondige kennis van de plaatselijke gesteldheid. Men bedenke, dat het optreden van den troep veelal zal geschieden in stadsgedeelten waar men hoogstens de voorname verkeerswegen kentde sloppen en stegen, alsmede de ligging van stadskampongs enz., zijn goeddeels ook in garni zoensplaatsen en althans voor de officieren onbekend. Wij zou den ter vermeerdering van de locale kennis willen aanbevelen, dat ieder officier na aankomst in een nieuw garnizoen eenige dagen de gelegenheid krijgt die kennis te vergaderen, zoodanig dat hij ook bij duisternis zijn troep zonder gids overal kan brengen. Voor de plaatsen, waar geen garnizoen ligt, zal men zijn toevlucht moe ten nemen tot plattegronden (dan wel luchtfoto's) op grooten schaal. Een commandant, die is aangewezen om het uitgebroken verzet in een bepaalde stad te onderdrukken en die de beschikking heeft over een behoorlijken plattegrond, heeft reeds dadelijk een indruk van de punten c t/m g. De Nederlandsche handleiding voor het beteugelen van woe lingen geeft aan, dat de „militaire verkenning" geschied op grooten afstand: door patrouilles ter sterkte van ten minste twee mitrailleurgroepen wielrijders, waarbij één of twee pantser wagens of rupspantserwagens, onder commando van een officier of adjudant-onderofficier op korten afstand: door patrouilles ter sterkte van ongeveer één groep infanterie, onder commando van een onderofficier. Deze patrouilles moeten waarnemen, niet vechten maar wel snel bericht zenden. Inderdaad is het noodig, dat de commandant van een onderdeel, belast met het heroveren van een door de verzetspartij in staat van verdediging' gebrachte plaats of stadsdeel, over de hierboven vermelde gegevens beschikt. Dz. wordt echter vermeend, dat de 618

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 26