aanvaard, daar de commandanten der vuurorganen, tengevolge van de duisternis niet kunnen beoordeelen, wanneer doelen aan wezig zijn, en dit vaak eerst zouden merken, wanneer de vijand hun opstelling reeds te dicht zou zijn genaderd. Een vuurorgaan dat echter, bijv. door verlichting van het voorterrein, goed zicht heeft op het te bevuren terreingedeelte, neemt aan het vuur slechts deel, indien zich binnen dat terreingedeelte doelen bevinden en staakt het vuur, zoodra zulks niet meer het geval is. Uit den aard der zaak dient te worden voorkomen, dat voor twee of meer vakken eenzelfde sein wordt vastgesteld het zal daarom noodzakelijk zijn dat de A.B. de beschikbare seinen over de onderdeelen verdeelt. Hoewel elke commandant er naar moet streven deze seinen waar te nemen, waartoe hij de noodige posten uitzet, zal zulks tengevolge van atmosferische invloeden dan wel door stof en rook niet te allen tijde verzekerd zijn. Daarom moet de aanvraag om en de last tot ontketenen van het vuur, ook langs anderen, door den regimentscommandant (bij bataljonsgewijze ontketenen) of door den bataljonscommandant (bij compagnies- gewijze ontketenen) aan te geven weg, worden bekend gemaakt. Tevens stelt hij den duur van 'het vuur, meestal 3 tot 10 minuten, vast. Het vuur wordt weder geopend, zoodra na het verstrijken van den vastgestelden vuurtijd, het desbetreffende sein weder wordt afgegeven, en dan als regel voortgezet, tot den commandant van het vuurorgaan op eenigerlei wijze blijkt, dat zich binnen het te bevuren terreingedeelte geen doelen meer bevinden, dan wel tot hij bevel ontvangt het vuur te staken. In de voorschriften moet zijn vastgelegd, op wiens last de seinen tot het ontketenen der vuren kunnen worden afgegeven. In de eerste plaats zullen dit de bataljons- en regimentscommandanten zijn, doch het zal aanbeveling verdienen, ook den compagnies commandanten deze bevoegdheid toe te kennen. Het afgeven van de seinen moet geschieden door daartoe door den regimentscomman dant (bij bataljonsgewijze ontketenen) of bataljonscommandant (bij compagniesgewijze ontketenen) aangewezen officieren of onder officieren, die zich op te voren vastgestelde en bekend gemaakte plaatsen opstellen. Alleen zij mogen in het bezit zijn van de benoo- digde seinmunitie. Zijn, in verband met het terrein, in één eenheid meer dan een officier of onderofficier opgesteld, dan wordt het sein, indien dit door één hunner wordt afgegeven, door de anderen overgenomen. Mitrailleurs. Mitrailleurs kunnen zoowel voor de nabijverdediging als voor het vuur op groote en middelbare afstanden worden gebruikt een krachtige vuuruitwerking is bij juiste vuurleiding op afstan den beneden 1200 m verzekerd in de verdediging kan de voor- 631

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 39