waartsche beweging van den vijand ook op afstanden tusschen 1200 en 2000 m met vuur worden belemmerd. Aan een sectie mitrailleurs kan een vuurstrook worden toege wezen, welke in verband met de capaciteit van het wapen in den regel niet grooter zal zijn dan 30° maximum 45°. Het geringe aantal mitrailleurs waarover wij beschikken en de groote frontbreedten, welke meestal bezet moeten worden zijn vaak aanleiding dat een hoofd- en een neventaak wordt aangege ven. O.i. bestaan hiertegen geen bezwaren, mits in onze voorschrif ten is vastgelegd, wat de consequenties hiervan zijn het aanwijzen van een hoofd- en neventaak mag er niet toe leiden, dat feitelijk één strook van 60° wordt opgegeven. In de voorschriften zou bijv. kunnen worden bepaald, dat, indien uit één opstelling, de uitvoering van twee taken mogelijk is, zulks aan den commandant van een sectie mitrailleurs kan worden opgedragen, m.d.v. dat een der taken den voorrang heeft (hoofdtaak) en vervulling van de andere taak (neventaak) slechts plaats heeft, indien met zeker heid bekend is, dat eerstgenoemde taak niet om vervulling vraagt. Hoewel de zware mitrailleurs in de eerste plaats zijn bestemd voor het bestrijden van luchtdoelen, kunnen ook de mitrailleurs hieraan medewerken, daar zij zijn voorzien van een luchtdoelvizier en een pivotstang. De regiments- en bataljonscommandanten dienen den luchtafweer te regelen, waartoe zij een of meer sectiën zullen aanwijzen. Er dient streng tegen te worden gewaakt, dat bij het verschijnen van vliegtuigen, een algemeen vuur hierop losbrandt. Bedacht dient te worden, dat vliegtuigen, welke met mitrailleurs of door het werpen van bommen rechtstreeks ingrijpen in den strijd op den grond, tegen goed over het terrein verdeelde troepengeen be langrijke uitwerking kunnen verkrijgen. Zij beoogen door hun plotseling verschijnen en omlaag steken, het moreel te schokken en verwarring te stichten, teneinde gunstige voorwaarden te scheppen voor het optreden van de troepen op den grond. Daarom mag infanterie, die aan een dergelijken aanval is blootgesteld, zich nimmer van haar gevechtstaak laten afleiden. Het zal dan ook aanbeveling verdienen te bepalen, dat mitrail leurs, belast met de bestrijding van vijandelijke vliegtuigen, hierop alleen het vuur openen, indien de infanterie binnen het bereik der wapens, door vliegtuigen wordt aangevallen, de mitrailleurs op dat oogenblik geen taak tegen gronddoelen hebben te vervullen en het verraden van de opstellingsplaats kan worden aanvaard. Voor zoover mitrailleurs niet voor de bestrijding van luchtdoelen zijn aangewezen, mogen zij hierop alleen het vuur openen, wan neer zij rechtstreeks door een aanval uit de lucht worden bedreigd. Bij de keuze van de stelling voor mitrailleurs dient er mede rekening gehouden te worden, dat de wapens voor de nabijverde- 632

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 40