De commandant, die de beschikking over mortieren heeft, geeft
aan elke sectie mortieren een strook op, waarbinnen eventueele
doelen onder vuur moet kunnen worden genomen, dan wel hij
wijst terreindeelen aan, waarop vuur moet worden voorbereid.
De breedte van de strook houdt geen nauw verband met de
capaciteit van het wapen. In tegenstelling met de mitrailleurs, die
het vuur openende op last van den commandant van het vuur-
orgaan, wanneer zich doelen voordoen in een bepaald terrein
gedeelte voldoende dicht vuur moeten verzekeren, openen de
mortieren alleen het vuur op bepaalde doelen, indien zulks door
den commandant, ter wiens beschikking zij zijn, noodig wordt
geacht. Het aanwijzen van een vuurstrook aan een sectie mortieren
wil dus niet zeggen, dat deze vuurstrook onder voldoende dicht
mortiervuur ligt, doch dat doelen, voorkomende in die strook en
waarop mortiervuur noodig is, door die sectie onder vuur kunnen
worden genomen.
Ook wordt de breedte meestal niet beperkt, doordat in een
bepaalde richting geen vuur kan worden afgegevendoor de
gekromde baan zijn de mortieren veelal in staat om binnen de
grens van de maximum dracht voor elk gedeelte van de stelling
vuur te brengen.
Een groote hoekverplaatsing kost echter betrekkelijk veel tijd
in verband hiermede zal de aan een sectie mortieren toe te wijzen
vuurstrook in den regel niet grooter zijn dan 1000 °/0o, zijnde de
sector, waarbinnen zonder verplaatsing van de grondplaat, doch
alleen door verplaatsing van de schietbuis onder alle omstandig
heden op eenvoudige wijze vuur kan worden gebracht (bij eleva
ties boven de 60° is zulks mogelijk binnen een sector van 160°/Oo).
Liggen de terreindeelen, waarop vuur moet worden gebracht,
meer dan 1000 °/0o uit elkaar, dan kunnen de voorbereide vuren
in groepen, elk vormende een strook van niet meer dan 1000°/Oo,
worden vereenigd. Elke groep vormt dan een taak.
Is uit een opstelling de uitvoering van twee taken mogelijk, dan
kan aan den commandant van een sectie mortieren worden opge
dragen, beide taken te vervullen, m.d.v. dat de sectie wordt opge
steld voor de uitvoering van één taak (hoofdtaak) en dat de tweede
taak (neventaak) eerst op bevel van den commandant ter wiens
beschikking de sectie is gesteld, tot uitvoering komt, waarbij gelijk
tijdig de hoofdtaak vervalt.
Met de mortieren kunnen vernietigende- (vernielings-) en neer
drukkende (neutraliseerende) vuren worden afgegeven. Bij uit
zondering indien voor dit doel geen artillerie ter beschikking
kan worden gesteld en de omstandigheden het daaraan verbon
den ruime munitieverbruik wettigen, kunnen ook storende
vuren worden afgegeven. Als doelen komen hierbij in algemeenen
zin in aanmerking terreindeelen en terreinvoorwerpen van geringe
635