„l'Inn, mais Turenne; ce n'est pas l'armée prussienne qui a défendu „sept ans la Prusse contre les trois plus grandes puissances de l'Europe, „mais Frédéric le Grand." Aldus NAPOLÉON in zijn Mémoires (Mélanges historiques, Tome II). Maar waarom bleef hij dan niet zelf bij zijn leger in Spanje, en was hij daardoor de directe oorzaak van het verlies van dat land na een 5-jarigen hardnekkigen krijg In zijn Mémoires, a.b., blz. 88, schrijft NAPOLÉON „Lorsque la guerre de Vienne obligea Napoléon a retourner en France, la guerre d'Espagne se renouvela"; en vertelt daarmede een onwaar heid, want hij was reeds 23 Januari in Paris terug, terwijl de oorlog met Oostenrijk den 9 April uitbrak. De historici zijn het er langzamerhand over eens, dat het de berichten waren over intri gues in de hoofdstad, welke hem er toe brachten het leger te verla ten en naar Paris terug te keeren. De eeuwige rustverstoorders Talleyrand en Fouché, gesteund door den aartsintrigant Murat, die voor het geval dat NAPOLÉON mocht sneuvelen of zoo, reeds een aardige oplossing ten eigen bate in de maak had, waren weer aan het konkelen getrokken, huichelden met Spanje en spoorden de Oostenrijkers aan om tot den aanval over te gaan nu de Keizer in Spanje was gebonden. In den Staatsraad voer NAPOLÉON als een woedende beer tegen de intriganten uit, schold hen uit voor dieven, bedriegers en aartsdeugnieten waarop Talleyrand buigend naar buiten ging en tegen een vriend glimlachend opmerkte, hoe jammer het was, dat een zoo groot man zoo slecht opgevoed kon wezen Talleyrand, van wien Lannes zeide, dat als hij een schop tegen zijn derrière kreeg terwijl men met hem in gesprek was, men aan zijn gezicht niets kon bemerken, bleef ondanks dit alles in genade omdat hij naar NAPOLÉON verklaarde, de eenige was, met wien hij kon praten. Zóó weinig intellectueelen telde NAPOLÉON's hofkring, dat hij aartsbedriegers als Talleyrand en Fouché moest handhaven. Q. Eggmuhl, Aspern, Wagram (22 April, 22 Mei, 6 Juli 1809). Inmiddels werden de berichten uit Oostenrijk steeds dreigender. Rondom had Oostenrijk medewerking gezocht voor een oorlog tegen den gehaten NAPOLÉON, doch tevergeefs; Czaar ALEXAN DER besloot neutraal te blijven in een komenden oorlog, wat overigens tegenover NAPOLÉON ook trouwbreuk zou betee- kenenen de Pruisische Koning was besluiteloozer dan ooit. Des te meer dient men den moed van Oostenrijk te bewonderen, dat nu geheel alleen den geduchten geweldenaar te lijf ging. En met succes, want Oostenrijk bestond het om NAPOLÉON voor 't eerst in zijn loopbaan als veldheer een grooten slag te doen verliezen een slag, welke feitelijk alleen omdat de Oostenrijkers uit louter verbazing verzuimden hun voordeel ten volle uit te buiten, voor 597

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 5