hij geeft een juist antwoord, maar ik doe alsof het antwoord
kant noch wal raakt, dan zegt hij gauw het tegenovergestelde,
dus is hij besluiteloos".
Nog daargelaten, dat een dergelijke methode uit een paedago-
gisch oogpunt onjuist is, wettigt zij volstrekt niet de conclusie
„besluiteloos". Men zou er hoogstens uit kunnen concludeeren,
dat de man zijn lesje niet voldoende onder de knie had. Het zou
misschien kunnen wijzen op luchthartigheid, primaire functie
„als de kl.cdt. zoo reageert, dan zal het wel net andersom zijn,
dan ik het zei", en vlot wordt er een ander antwoord uitgegooid.
Deze vraag geeft nog om andere reden aanleiding tot onjuiste
beantwoording.
Onder een „resolute kerel" wordt in den volksmond veelal ver
staan een „rondborstige" kerel, iemand met een open karakter.
Stelde ik den kl.cdt. nu de vraag „is deze man werkelijk reso
luut dan kreeg ik meermalen ten antwoord „ja zeker, dokter,
dit is wel een flinke, open vent". Besluiteloos wordt dan ook door
de kl.cdtn. dikwijls gereserveerd voor de niet-flinken, voor de
genen, die op den kl.cdt. geen gunstigen indruk hebben gemaakt.
Nu gaat niet-flink zijn weliswaar vaak gepaard met besluiteloos
heid, maar daar staat tegenover, dat jongens met een open karakter
volstrekt niet altijd resoluut zijn. Besluiteloos krijgt zoodoende een
veel te ongunstige beteekenis, de kl.cdtn. zijn er nogal zuinig
mee, de relatief typologische waarde (zie later) ervan wordt hoog,
en het gevolg daarvan is weer, dat de eigenschap „besluiteloos
heid" op zichzelf al in staat is, den betrokken man tot een senti
menteel te stempelen. Het begrip besluiteloos biedt trouwens meer
dan een gezichtspunt. Iemand kan besluiteloos zijn, doordat hij
totaal geen oplossing ziet, maar evenzeer kan hij besluiteloos zijn,
doordat hij juist een groot aantal mogelijkheden ziet, doch niet
weet, welke te kiezen. Het resultaat is in beide gevallen hetzelfde
er volgt geen daad, geen handeling er is dus psychologisch ge
sproken inactiviteit maar in het tweede geval speelt daarbij een
sterk uitgesproken secundaire functie een rol, welke wij in het
eerste geval missen. De kl.cdtn. weten deze beide soorten besluite
loosheid niet te onderscheiden. Een goede argumentatie voor be
sluiteloosheid of resoluutheid is nog wel eens te vinden in de
wijze, waarop de jongen bij de Koloniale Reserve is terecht ge
komen. „Ik zag de reclameplaten van de Kol. Res. dat leek me
wel iets, en 's avonds heb ik naar den Commandant geschreven".
Ziedaar de resolute, zijn besluit is snel genomen, op het besluit
volgt dadelijk de handeling, het schrijven naar den Commandant.
Maar het gaat ook anders Recruut O. heeft tien jaar op dezelfde
fabriek gewerkt. Hij is 24 jaar, ziet geen vooruitzichten in zijn
baantje, en solliciteert naar plaatsing bij de Kol. Res., wordt goed
gekeurd, maar trekt zich na de keuring terug. Reden
654