Ook vraag 7 zwaarmoedig of vroolijk, schijnt niet zooveel
moeilijkheden op te leveren. Toch gebeurt het meermalen, dat
kalme, ernstige, weinig uitbundige jongens met zwaarmoedig wor
den betiteld, hoewel volstrekt niet van een zwaarmoedige gemoeds
stemming kan worden gesproken. Bij het opmaken van het tempe
ramentstype kan deze fout belangrijke consequenties meebrengen.
Zwaarmoedigheid heeft tot grondfunctie emotionaliteit, terwijl bij
kalmte juist niet-emotionaliteit op den voorgrond treedt.
Bij de volgende vraag: zwaartillend of luchthartig, komt zeer
sterk tot uiting, welk een groot verschil het maakt, wie beoordeelt.
De eene kl.cdt. redeneert als volgt: „deze jongen doet zijn best,
leert zijn lessen goed, is een degelijke jongen, dus is hij niet
luchthartig", en op de roode kaart wordt zwaartillend onderstreept.
„Neen", zegt een andere kl.cdt.: „deze jongen valt niet over
een kleinigheid, neemt de dingen niet zwaarder dan zij zijn", en
luchthartig wordt onderstreept. Voor beide redeneeringen valt
iets te zeggen. Op dit punt komen wij, naar aanleiding van een
andere kwestie, nog terug.
Maar nu komt toch een vraag zal men zeggen, die door den
kl.cdt. wel steeds juist zal worden beantwoord: is hij na een re
primande lang onder den indruk of niet Inderdaad wordt het
niet lang onder den indruk zijn gewoonlijk goed gemotiveerd.
Toch kwam ik ook hier bij een der kl.cdtn. tot een merkwaardige
ontdekking. Een ietwat ernstige, zeer kalme jongen werd door hem
beoordeeld met niet lang onder den indruk. Dit wekte mijn ver
wondering, en de Det.cdt. deelde mij dan ook mee, dat de jongen
beslist wel lang onder den indruk van een reprimande was. De
kl. cdt. motiveerde zijn oordeel aldus „eerlijk gezegd heeft hij nog
geen reprimande noodig gehad, maar dit is een jongen met een
goed verstand en hij zal, wanneer hij een reprimande krijgt, veel
vlugger begrijpen, waar het om gaat, dan een ander". Onze kl.
cdt. haalde dus niet lang onder den indruk en vlug onder den
indruk door elkaar.
Men zal zich kunnen indenken, dat wij hij het opdoen van
dergelijke ervaringen, wel zeer sceptisch zijn komen te staan
tegenover de door de kl.cdtn. ingediende lijstenOok zijn de
kl.cdtn. geneigd lang onder den indruk te onderstreepen, wanneer
de recruut zich eigenlijk alleen op het moment, dat de reprimande
gegeven werd, sterk onder den indruk toonde. Dus zelfs bij deze,
zoo eenvoudige vraag moeten wij voorzichtig zijn met de waardee
ring van de gegevens der kl.cdtn.
Vraag 10: gauw verzoend of lang ontstemd na een ruzie met een
kameraad, is o.i. niet door den kl. cdt. te beantwoorden. Men kan
daar slechts naar gissen. Bewust of onbewust zal de recruut zijn
antipathieën voor den een of anderen klas-genoot onderdrukken,
omdat hij zeer goed voelt, dat het onder kameraden niet past, zich
656