haatdragend te toonen. Aan den anderen kant laat de kl. cdt.,
zooals mij gebleken is, zich door een duidelijk getoonde ontstem
ming over het optreden van een kameraad op een bepaald moment,
direct na deze gebeurtenis, verleiden, ontstemd te onderstreepen,
terwijl die ontstemming geenszins van langen duur behoeft te zijn.
Men ziet, bronnen van fouten zijn er vele.
Maar, zal men mij tegenwerpen, van Lienden heeft deze moeilijk
heden wel degelijk onder de oogen gezien en heeft ook het middel
aangegeven om ze te ontgaan, liever gezegd, om ze op te heffen,
nl. door gebruik te maken van de z.g. relatief typologische waarde,
zie bijlage I.M.T. nr. 82 blz. 14 e.v. Inderdaad krijgen wij door
toepassing van deze R.T.W. bij het opmaken van het tempera
mentstype uit de gegevens van den kl.cdt. nu een zuiverder beeld.
Maar de toepassing dezer R.T.W. heeft al evenzeer zijn bezwaren,
hetgeen het volgende voorbeeld, uit de practijk genomen, moge
aantoonen.
Vooraf gaat een lijstje van de grondfuncties, die correlaat zijn
met de onderstaande eigenschappen.
E emotioneel, A actief, P primaire functie, nE niet-
emotioneel, nA niet-actief, S secundaire functie.
Wij krijgen dan voor
kalm
nE
nA S
beweeglijk
E
A
P
steeds met plezier bij den dienst
A
bij buien
nA
niet gauw uit het veld geslagen
A
gauw uit het veld
nA
resoluut
nE A
P
besluiteloos
E
nA S
goed gehumeurd
nE A
S
prikkelbaar
E
nA P
koel
nE
S
heftig
E
P
vroolijk
nE
zwaarmoedig
E
luchthartig
nE
P
zwaartillend
E
S
lang onder den indruk v.e. repr.
S
niet lang onder den indruk
P
gauw verzoend
P
ontstemd
S
Recruut H. wordt door zijn kl.cdt. met de hieronder
volgende
eigenschappen beoordeeld. De R.T.W. voor dit speciale geval toe
passend, kunnen wij nu het onderstaande staatje opmaken
657