ongebreidelden, levenlust beweeglijk en soms wat heftig toont
wanneer hij overigens goed voldoet, ontslaan?
Bovendien zal de cholericus, die alleen omdat hij cholericus is,
wordt ontslagen, daar niets van begrijpen. Hij voelt zich hoogst
onbillijk behandeld en zal wel geen propagandist voor dienstne
ming worden Het zou een krachtproef zijn, waaraan wij, zelfs
in dezen tijd van werkloosheid en daarmee gepaard gaand ruim
aanbod van vrijwilligers, de dienstneming niet kunnen onderwer
pen.
Het typologisch onderzoek geeft ons intusschen ongetwijfeld
aanwijzingen, waarmee men goed doet, rekening te houden. In
het tijdvak Maart 1935eind December 1935 werden 54 candi-
daten op voorstel van den det.cdt. van de Kol. Res. verwijderd
(hieronder zijn niet begrepen degenen, die in den loop van het
proefverband op medische gronden werden ontslagen, en ook niet
zij, die op grond van verkregen inlichtingen ongewenschte ele
menten werden geacht)Van deze 54 recruten waren er 41 typo
logisch nagegaan. 33 van deze laatsten kregen bij het typologisch
onderzoek het cijfer 6- of lager algemeenen indruk. Van deze
33 behoorden niet minder dan 32 tot de door van Lienden als
ongunstig geschetste temperamentstypen (10 sentimenteelen, 17
nerveuzen, 2 amorphen, 3 cholerici). Slechts één behoorde tot de
niet ongunstige groep der apathen. Maar ook van het achttal, dat
bij het typologisch onderzoek het cijfer 6 of meer behaalde, bleken
allen op één na (een phlegmaat) tot de ongunstige temperaments
typen te behooren. Hieruit valt dus wel de les te trekken, dat wij
uiterst voorzichtig moeten zijn, speciaal met de niet-actieve, emo-
tioneele groepen (sentimenteelen, nerveuzen). Wij nemen dan ook
het standpunt in, dat personen, die tot deze groepen behooren,
en die niet een alleszins voldoend cijfer behalen voor algemeenen
indruk, niet uitgezonden dienen te worden Hoewel van Lienden
hoogstwaarschijnlijk gelijk heeft, wanneer hij werkelijk sentimen
teelen, nerveuzen, en amorphen, als voor Indie ongunstige typen
beschouwt, gaat het o.i. niet aan al diegenen, die bij het thans vigee-
rende systeem sentimenteel enz. worden, te ontslaan. Daarvoor
zijn de gegevens, waaruit wij het temperamentstype opmaken,
niet betrouwbaar genoeg. Wij zijn ervan overtuigd, dat men zoo
doende een aantal zeer bruikbare elementen aan het K. N. I. Leger
zou onthouden. Wij moeten individualiseeren, en mogen niet uit
het oog verliezen, dat wij te doen hebben met menschen, die niet
zoo eenvoudigweg door het beantwoorden van enkele vragen in
een hokje van een psychologisch systeem zijn onder te brengen.
Elk geval moet afzonderlijk beoordeeld worden. Eigen observatie
door den typoloog blijft daarbij noodzakelijk. De typoloog aan
de Noordpool (bijlage I.M.T. nr. 79, blz. 21) mag dan ook nooit
anders dan als een grapje opgevat worden- Het doet er minder
667