3. Het temperamentstype, dat opgemaakt wordt met behulp van gecorrigeerde lijsten, kan aanwijzing geven in bepaalde rich ting, doch mag niet de beslissende factor zijn bij de vraag uitzenden of niet uitzenden 1° niet, wegens de kans op fouten bij het bepalen van het temperamentstype en daarmee het begaan van onbillijk heden 2° niet, omdat het practisch niet mogelijk is gebleken, door het uitkiezen van alleen gunstige temperamentstypen, een voldoend aantal recruten bij elkaar te krijgen. 4. Naast het type moet de factor algemeene indruk een rol spelen. 672 ORGAAN N.I.O.V. In het Mei-nummer zet W. J. Lucardie zijn beschouwingen over „Het Verre Oosten in 1935" voorthet artikel vervolgt de bespreking over de in het laatste kwartaal van 1935 plaats gehad hebbende gebeurtenissen m.b.t. de onafhankelijkheidsbeweging in Noord-China. „De te jonge officieren van den generalen staf, de troepencommandanten en de troepen in den oorlog" is een door P. vrij vertaald artikel van een frontofficier, uit het „Militar Wochenblatt" van 11 Januari 1936 Nr. 26, waarin wordt gewezen op de noodzakelijkheid, dat hoogere bevelhebbers geestelijk en lichamelijk nog krachtige officieren zijn, wil het te veel naar voren treden van jonge stafofficieren tengevolge van hun dadendrang en eerzucht kunnen worden voorkomen. Ook heeft de wereldoorlog aangetoond, dat stafofficieren door hun optreden en hun houding t.o.v. de „frontsoldaten" moeten toonen, geen „mannen van de groene tafel" te zijn, een oordeel dat heel gauw en vaak zonder motieven, door den troep wordt uitgesproken. Kapitein J. Ferree bespreekt in zijn artikel „Veekralen en groententuinen" enkele bijzonderheden over vleeschkeuring enz. om daarna over te gaan tot de groententuinenjonge officieren, die spoedig naar de buitengewesten vertrekken, vinden hier theoretische aanwijzingen, welke zij straks in de practijk kunnen omzetten. Daarna volgt een door t. M. geschreven kort overzicht van de carrière van den in Europa overleden kapitein Kaniess, waarin vooral de groote verdiensten van dezen officier als pacificator van de Gajo Loeös naar voren worden gebracht. Generaal-Maj. b.d. A. Kruisheer geeft in „Van een trip naar Bali" (met een kaart) vele practische aanwijzingen voor hen, die van plan zijn een dergelijke trip te maken. In „Onze laatste Mongool gestorven" deelt W. mede, dat de laatste der in 1915 door de commissie tot aankoop van legerpaarden in China aangekochte Mongolen, thans uit het leger is verdwenen. Verder treffen we nog aan „Vragen gesteld bij het toelatingsexamen Hoogere Krijgsschool, Intendance studiën 1936", „Mededeelingen Hoofdbe stuur", „Van de afdeelingen", „Stichting fonds-ridderdagen", „Veranderingen", „Boekaankondiging" en „Uit pers en periodiek'. d. V.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 82