680 8. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. Tactiek. Gasafweer in de uitgangsopstelling. In Mavors van April 1936 bespreekt de res.luit.kol. Schilderman het gebruik van gas bij de tegenvoorbereidingsvuren (zonder den naam te noemen worden deze vuren besproken in A.T.V. II punt 93 (2) sub b) en de gevolgen hiervan voor den aanvaller. S. merkt het volgende op Gassoort. Teneinde een zoo groot mogelijke uitwerking te verzekeren, zou een vluchtig, doodelijk werkend gas van het type phosgeen, de voorkeur verdienen. Voor gebruik van dit vluchtige gas moet de plaats van de uitgangs opstelling nauwkeurig bekend zijn wat meestal niet het geval is anders beter een minder vluchtig gas, bijv. mosterdgas te gebruiken. Hoeveelheid gasprojectielen. 1 projectiel van 7.5 cm vd. besmet een opper vlakte van 20 m2. S. acht 50 a 100 proj. per ha voldoende zelfs 25 a 30 proj. per ha maken het doorschrijden hoogst onaangenaam. Gevolgen voor aanvaller. Bij gebruik van mosterdgas bemerkt men niet dadelijk, dat het terrein besmet is. Het gas werkt op de ademhalingsorganen, tast de huid aan, ook waar deze door kleeding of schoeisel is bedekt geeft onzekerheid of dranken en levensmiddelen zijn besmet en of wapenen kunnen worden aangeraakt. Bevindt men zich bij nacht in een besmet terrein, dan is het niet wel mogelijk dit te verlaten, daar het vaststellen bij duisternis of een terrein al of niet besmet is, moeilijk zoo niet onmogelijk wordt geacht. Onder deze omstandigheid zal het ontsmetten van personeel en materieel meestal te laat plaats vinden. De cdt. staat voor een moeilijke keuze moet hij ter plaatse blijven of pogingen aanwenden aan het besmette terrein te ontkomen Het verplaatsen van troepen of hen voor den aanval uitscha kelen zou den aanval geheel kunnen ontwrichten. Het laten deelnemen van besmette troepen beteekent zoo goed als zeker, dat zij daarna voor een groot aantal weken buiten gevecht gesteld zullen zijn, terwijl zij in den aanval zelf niet op volle waarde zijn te schatten. De beslissing van den cdt. zal hoofdzakelijk afhangen van de beteekenis van den aanval, den omvang en mate van de besmetting, het tijdsverschil tusschen uur van besmetting en uur van aanval, en de mogelijkheid de troepen door reserve-troepen te vervangen. Maatregelen van den aanvaller. Ook bij oefeningen dient er op te worden gelet, dat de uitgangsopstelling te voren door gasofficieren en gasverkenners wordt verkend. Is men eenmaal ter plaatse aangekomen, dan moet een uitstekende gasalarmeeringsdienst worden ingesteld. Artillerie steun aan de voorhoede. Dit onderwerp wordt door den kapitein G. A. Geel besproken in het Aprilnummer van Mavors. S. zegt hieromtrent Wanneer art. steun vragen. Aangezien tijdens den naderingsmarsch de verbindingen nog gebrekkig zijn, zal de inf. slechts dan art. steun vragen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 90