683 Bij de achterhoede. Ingedeeld bij de achterhoede, kunnen snelle vewn. den vij. belangrijk in zijn opmarsch hinderen, door het uitvoeren van aanval len op zijn flank. Deze acties hebben tot doel, den druk op de achterhoede te verminderen en den cdt. der terugtrekkende afd. hierdoor de noodige bewegingsvrijheid te verschaffen bij het innemen van een meer achterwaarts gelegen stelling. Het gebruik van ,J?anzerabwehrkompanien". In het M.W. nr. 39 van April 1936 geeft de General d.Inf. a. D. Reinicke een beschouwing over het tactisch gebruik van de „Panzerabwehrkompanie". De cie. bestaat uit 9 stukken en behoort tot het inf.reg.; bovendien beschikt men over een „Divisions-Panzerabwehrabteilung", welke 3 cien. telt. S. stelt zijn meening omtrent het tactisch gebruik tegenover de heerschende opvat ting en behandelt daarbij hoofdzakelijk de afdeeling. Beide opvattingen wor den hieronder verkort weergegeven. De heerschende opvatting: De cie. wordt van huis uit niet verdeeld over de voorbataljons, doch zij wordt in haar geheel ingezet. Hetzelfde beginsel wordt gehuldigd voor de afdeeling. Deze blijft vereenigd, de opmarschwegen in de verschillende mogelijke opmarschrichtingen worden verkend en alles wordt grondig voorbereid om een snel inzetten in de gewenschte richting te waarborgen. Opvatting van S. Wanneer de geheele afd. vereenigd blijft, zal zij vaak kilometers lange marschen moeten maken voor zij aan het bedreigde punt is aangekomen en daarbij veelal aan werkzaam vij .vuur bloot staan. Ideaal zou het zijn, wanneer elk onderdeel over zijn eigen afweermiddelen beschikte. Deze toestand zal nooit worden bereikt, doch nu moet worden beproefd, de aanvallende vewn. zoo spoedig mogelijk te bestrijden. Dit is het best te bereiken, door de afweerwapens zij het ook gedeeltelijk gereed te stellen op die punten, waar een aanval waarschijnlijk is. Het gedeeltelijk vroegtijdig ter plaatse staan, komt S. doelmatiger voor, dan het later inzetten van de volledige afd. Een practische indeeling acht S.: 1 cie. van de afd. in het gebied van elk der voorregimenten en de 3e cie. in het terrein van de div.art., v.z.v. de genoemde terreinen zich voor een aanval door vewn. leenen. Wordt een tankaanval tegen een of beide voorregimenten uitgevoerd, dan is steeds een deel der afweermiddelen ter plaatse gereed; deze cien. kunnen veelal - zij het iets later door de 3e cie. worden gesteund. Tegen een tankaanval op de flank of in den rug is minstens een cie. (de 3e cie.) ter plaatse beschikbaar, die in vereeniging met de art. reeds een belangrijk afweermiddel vormt. In elk geval is op het juiste moment iets bij de hand, terwijl versterking door de bij de voorregimenten ingedeelde cien. veelal mogelijk is. Van vorenvermeld gebruik wordt meer resultaat verwacht, dan wanneer de afd. in haar geheel van een veelal ver verwijderd punt moet worden aangetrokken. d. V. Infanterie. Militar Wochenblatt. Nr. 34. Uit „Maschinengewehrbekampfung im Angriff' halen wij aan„Es wird sich wohl nicht vermeiden lassen, die artilleristischen Waffen irmerhalb eines Inf.-Regiments, die M.W. (mijnenwerpers) wie auch die Pz.-Abw. Geschütze (anti-vew. gesch.) geschlossen in Kompanien zusammenzufassen und organisch dem Regiment zu unterstellen." S. acht bij een reg.inf. noodig aan inf. krombaangeschut: 3 sien. a 4 lichte mijnenwerpers en 1 sie. van 4 middelb. mijnenwerpers. Bij het inf. reg. zijn bovendien nog 12 a 16 stun.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 93