687 den marsch. De meeste aandacht wordt er nog in E. en Am. aan besteed. Men zoekt het middel in een mitr. met een kaliber tusschen 12 en 14 mm. De leidende gedachte, waarnaar de inf. zich ontwikkeld, vat S. samen in de volgende punten 1. Sterk geörienteerd op den bewegingsoorlog, waarbij het offensief op treden in hooge mate naar voren treedt. 2. De infanterie blijft overal het hoofdwapen. 3. Slechts een langzaam vorderend streven om de inf. mobieler te maken. 4. Drang naar vermeerdering en verbetering van de bewapening, ten einde in alle omstandigheden haar opdrachten z.v.m. met eigen middelen te kunnen uitvoeren. 5. De noodzakelijkheid de vuurmiddelen maximaal te gebruiken, hetgeen eischt, een verdieping van de kennis van de techniek der wapenen en van de wijzen, waarop deze moeten worden gebruikt. In een bijlage geeft S. tenslotte een overzicht van de samenstelling van de inf. batn. en van de aan de regn. toegevoegde wapenen der verschillende Rijken. Hieruit blijkt dat de batn. van alle besproken landen bevatten3 fuseliercien. (met 6, 9, 12 of 18 It. mitr.) en 1 mitr. of ondersteuningscie. (met 8, 12 of 16 mitr.), waarbij soms nog 2 mortieren en bovendien bij het regiment een cie. mortieren en anti-vew. geschut Mïlitar Wochenblatt. Nr. 37. Uit „Um die Tankschlacht von Cambrai." van Oblt. Christem halen we aan„Grundsatzlich musz festgehalten werden an der blutigen Lehre aus dem Weltkrieg, dasz eine für die Kampfwagenabwehr nicht augerüstete Truppe trotz letzten Einsatzes des heldenhaften Einzelkamfes ohne Erfolg bleibt, weil sie vor eine Aufgabe gestellt wird, die sie einfach nicht erfüllen kann. Diese Erkenntnis hat den Aufbau aller modernen Heere stark beeinfluszt. Behartigenswaardige woorden Tk. Artillerie. Verband Infantetrie - Artillerie. In de Bull, beige van Oct. '35 geeft Lieut.col. B. E. M. Melen in Liaison et observation de l'appui direct dans l'attaque een schema om een continu ver band met de inf. en een ononderbroken waarnemingssysteem te onderhouden gedurende den te steunen inf. aanval. Deze taak berust ten deele bij het D. L. O. (Detachement de liaison et d'observation)dat gevormd wordt uit de afdn. en dat voor het verband zorgt door een officier (cdt. v.h. D. L. O.) bij den inf.reg.cdt. en agents de liaison bij de cdtn. der voorbataljons, terwijl voor de waarneming aan eiken agent de liaison een waarnemer met eenig personeel is toegevoegd, die dus een wgp. inneemt in de nabijheid van den cop. van den bat.cdt. Daarnaast zorgen de afdn. ook voor eigen wgpn., welke afdeelingsgewijze gesteld zijn onder een off. belast met den wg.dienst. Voor de wijze, waarop de verbindingen voor dit systeem worden tot stand gebracht verwijzen wij naar de schets, welke uiteraard slechts een schematisch beeld geeft. In de practijk zal men zich aan het terrein moeten aanpassen. S. merkt zelf op, dat het systeem een zeer groote hoeveelheid verbindings- materieel eischt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 97