799 Ik overwoog dat, wanneer er weerstand zou worden geboden, dit kon gebeuren in de lijn Doba Sella Dingai l) Debra Sina. De door mij genomen maatregelen waren er op gericht om met alle beschikbare krachten tegelijk in die lijn aan te komen. Den 24en April begon de groep Eritreesche Bataljons den marsch, den 25en vertrok de le Eritreesche Brigade en den 26en zette de gemotoriseerde colonne zich in beweging. De drie colonnes marcheerden in den beginne op regelmatige wijze. Den 28en bezette de le Eritreesche Brigade Doba, den 30en kwam de colon ne „Sabauda" te Debra Sina aan, gevolgd door den groep Eritreesche Batal jons. De ellendige „Keizerlijke straatweg". De eerste Eritreesche Brigade vervolgde regelmatig haar marsch, ca. 40 km per dag afleggende, een snelheid die alleen door de goed afgerichte Eritreesche afdeelingen kon worden gehaald. De colonne „Sabauda" stootte daarentegen op steeds meer ernstige marsch- moeilijkheden. De z.g. „Keizerlijke straatweg" was in werkelijkheid een slechte weg, te vergelijken met een middelmatigen onverharden karreweg bij ons en als hij in het brein van den Negus een bewijs van beschaving moest voorstellen, dan was dat op zijn gunstigst beoordeeld, een zekere aanwijzing van de kinderlijkheid, waarmee de beschaving werd beschouwd. Zoo'n weg pretendeerde de hoofdstad van het Keizerrijk te verbinden met een van zijn belangrijkste centra over een afstand van 400 km zonder zelfs de minste aanwijzing van een verharding, met buitensporige hellingen en korte, zeer scherpe bochten, zonder een enkele brug of eenvoudige van takken gemaakte bruggen, over breede valleien, terwijl diep ingesneden of moerasachtige rivie ren moesten worden doorwaad, wegenlooze bergen en passen moesten worden overschreden, waarvan enkele zeer moeilijke en zeer hooge, zooals dien van Termabor, die zich op 3200 meter boven het zee-niveau bevindt. Op een dergelijken weg, moeilijk zelfs voor afzonderlijke auto's, had de vijand met wien het slechte weer een verbond had gesloten, verschillende vernielingen en storingen verricht, w.o. een zeer ernstige bij den pas van Termabor. De colonne was dikwijls genoodzaakt halt te houden voor de noodige herstellingen, waardoor noodzakelijkerwijs de marsch vertraagd werd, terwijl bij allen de wil om het doel te bereiken tot wanhoop werd gebracht. Alleen bij de herstelling bij den bergpas van Termabor, welk onder zeer slechten weerstoestand en aanhoudende regens werd verricht door Italiaan- sche genie-afdeelingen was 36 uren intensieven arbeid noodig voor de constructie van een zwaren steunmuur lang en hoog 30 m en het verzetten van ca. 1000 m3 materialen, terwijl gewerkt werd onder zeer moeilijke omstandig heden, nu eens vastgrijpende aan de steile hellingen, dan weer, op plaatsen waar het terrein niet den minsten steun bood, hangende aan touwen. Slechts één woord is geschikt om deze krachtsinspanning, één van de zoovele door allen verricht, te definieeren: ONTROEREND. Daarna kon de gemotoriseerde colonne langzaam haar marsch hervatten met het personeel te voet om de vrachtauto's langs de moeilijke hellingen voort te trekken, terwijl bijna twee dagen noodig waren om den zwaren bergpas van Termabor te overwinnen. Tegen den ochtend van den 4en Mei waren alle vrachtauto's op de tegenovergestelde helling aangekomen. De beweging werd voortgezet onder aanhoudend slecht weer, hetgeen nieuwe moeilijkheden veroorzaakte. Tegen den avond van denzelfden dag kwamen de le Eritreesche brigade en de voorhoede in zicht van Addis-Abeba, dat, door den over zee vluchtenden Negus verlaten en aan plundering ten prooi gevallen was. Op geen der ons ten dienste staande kaarten aangegeven. S.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 103