Men vergeve ons deze uitweiding, die zich onwillekeurig over het geheele terrein der samenwerking uitstrekt en niet tot het intel- lectueele deel alleen. Doch wij meenden een „Cavete"! te moeten uitspreken. Niets liever zal ons zijn, dan wannéér men ons zegt, dat wij een open deur hebben ingetrapt. Want dan is de toestand gezond en behoeven wij ons op dat punt geen verwijten te maken. Laten wij dan thans tot onze laren en penaten terugkeeren! Wij meenen dit niet beter te kunnen doen, dan een concreet voorbeeld te nemen, ten einde hieruit aan te toonen, hoe noodza kelijk de wederzijdsche kennis van eikaars strijdwijze, vuren enz. voor inf. en art- is. Een ontmoetingsgevecht. Een regiment inf. met twee vóórbatal jons komt met de voorste af deelingen in een kampongrand aan en moet daaruit op een vlakke, natte sawah deboucheeren. Afstand tot het volgende dekkende terreincomplex 750 m. Elke poging tot deboucheeren wordt belet door vijandelijk mitrailleurvuur, afgegeven vermoedelijk uit den rand van het overliggende complex. Juiste plaatsen in den rand niet nauwkeurig vast, te stellen, doch de totale breedte van den vijandelijken weerstand is 600 m. Een afdeeling bergart. is voor rechtstreekschen steun van het regiment aangewezen. De reg.cdt. besluit op het vij. doel art.vuur aan te vragen en daartoe gedurende 10 min. te laten vuren. De bij hem ingedeelde art. berichtofficier maakt dienovereenkomstig de aanvraag op. Wij gaan hier voorbij aan tal van zaken, welke de moeite waard zijn in beschouwing te nemen als tijd van overkomen van het bericht uit voorste lijn tot de batterijen, afspraak over het tijdstip van vuuropening, de wijze waarop dit aan de inf. wordt kenbaar gemaakt enz. Wij nemen ook aan, dat het vuur juist ligt, den vijand voldoende neutraliseert en de inf- kan deboucheeren. Zij deboucheert inderdaad en na 10 min. is zij op 500 m van den vijand gekomen, als het art.vuur wordt gestaakt. Zij zet haar voorwaartsche beweging voort, doch op 350 m van den vijand gekomen, opent deze wederom het vuur, hetwelk de voorwaartsche beweging tot staan brengt en zoowel de voorste compagnieën, als de inmiddels gedeboucheerde cien. der bataljonsreserves aan zware verliezen blootstelt. Het art. vuur werd hier gestaakt op het moment, dat de infan terie nog niet op het art.vuur was opgesloten om kort na de laatste projectielen den vijand bij de keel te grijpen en in het hand gemeen met hem af te rekenen. A qui la faute Aannemende, dat de reg.cdt. als infanterist zich er rekenschap van heeft gegeven, dat in nat sawahterrein de inf. geen grootere snelheid kan ontwikkelen dan 100 m in 4 min., moet hij zich bewust zijn geweest, dat de voorste inf. na 10 min. nog op 500 m van den vijand zou zijn. 725

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 29