inf. en art.cdtn. weinig meer overblijft. Dat er echter toch steeds
wat te regelen overblijft, moge hierna blijken.
Wellicht vinden de lezers het een vanzelfsprekende zaak, dat
de A.B. vastlegt, welk art.onderdeel een bepaald inf. onderdeel
(al dan niet voor den geheelen duur van den aanval) zal steunen.
Ongetwijfeld is deze vaststelling thans een algemeen gevolgde
methode.
Doch het neemt niet weg, dat deze wijze van samenwerken
eerst goed werd doorgevoerd in den wereldoorlog. Want vóór 1914
was dit in het geheel geen regel. Ja, waren er zelfs vele tegen
standers van deze soort van samenwerking. Wij citeeren het
geen Gnl. Percin te dien aanzien zegt. Bij verschillende manoeu
vres, welke hij bijwoonde en waarvan hij het resultaat aan den
Min. v. Oorlog in 1908 rapporteerde stelde hij de volgende vragen
Aan den inf.cdt.
„Qu attaquez-vous Quelle est et oü se trouve la fraction
d'artillerie, qui appuie votre attaque
En aan den art.cdt.
„Quelle troupe d'infanterie appuyez-vous Oü est votre ob-
jectif de tir
In 99 van de 100 gevallen kreeg hij onsamenhangende antwoor
den, dikwijls in 't geheel geen antwoord.
„Le plus souvent, les deux armes s'ignoraient l'une l'autre.
Elles manaient le combat chacune de son cöté", vervolgt hij.
Op grond van deze ervaring stelde hij aan den minister voor
in de reglementen de „liaison par le haut" vast te leggen, het
geen dan ook in het „Règlement de manoeuvre de l'artillerie" van
8 Sept. 1910 geschiedde. Niettemin decreteerde Cdt. Buat, schiet-
instructeur te Mailly in 1911
„L'infanterie ne sait rien. C'est a l'artillerie a voir ce qu'il
y a a faire Terwijl de woorden van kol. Fayolle, uitgesproken
in 1902 nog onverzwakt bleven naklinken
„Les artilleurs ne sont pas plus bêtes que les fantassins.
Ils sauront bien choisir leurs objectifs de tir".
En wat was het resultaat in 1914 Door het ontbreken van het
vastleggen van deze samenwerking vuurde de art. overal waar
zij maar doelen zag of meende te zien, gaf daardoor de inf., die
zij moest steunen, geen of onvoldoenden steun of schoot, tot over
maat van ramp op de eigen inf. Terwijl de inf. vaak geen flauw
vermoeden had van de plaats waar de eigen art. zich ophield en
dus niet wist tot wien of waarheen zich te richten om vuursteun
te vragen.
Het zal een ieder, die de kern van het probleem voor oogen
houdt n.l. het ziende maken, duidelijk zijn, dat daartoe een derge
lijke vastlegging tusschen art.- en inf.cdt. noodzakelijk is. Hier-
731